Steenkool bestaat voornamelijk uit koolstof (C) en waterstof (H).
Deze twee atomen vormen een sterke chemische band, die verbroken kan worden door energie in de vorm van warmte toe te voegen. Tijdens de verbranding binden koolstof en waterstof zich aan zuurstof.
Bij dit proces komt meer energie vrij dan er nodig is om de band tussen C en H te verbreken. Vanwege het overschot aan energie wordt de verbranding zelfversterkend.