5 dingen die je niet wist over Newton
Newton stelde niet alleen formules op voor de grootste krachten die er zijn, maar zat ook valsemunters achterna en was alchemist. Het multigenie eindigde zijn dagen verward en excentriek – mogelijk door een zware kwikvergiftiging.

Newton was een geweldig wetenschapper, maar geen geboren docent, en trok maar weinig studenten met zijn colleges.
1. Stiekeme occulte experimenten

Newton besteedde vele uren aan het zoeken naar de steen der wijzen, die volgens alchemisten niet alleen eeuwig leven geeft, maar ook ijzer in goud verandert.
Hij experimenteerde in het geheim. Alchemie was deels verboden omdat mensen er te makkelijk een slaatje uit sloegen, en de kerk was ook niet happig op het magische aspect ervan. Pas bij Newtons dood in 1727 werden stapels manuscripten – meer dan 1 miljoen woorden – gevonden waarin Newtons occulte kant tot in detail naar voren kwam.
Om zijn nalatenschap te beschermen, werden ze nooit gepubliceerd. In 1936 kreeg het veilinghuis Sotheby’s de manuscripten in handen. De beroemde econoom John Maynard Keynes kocht er veel van op de veiling.
Hij gaf ze later aan King’s College, Cambridge, waar Newton destijds hoogleraar was. Daar bevinden ze zich tot op de dag van vandaag.
2. Hond stak laboratorium in brand

Op een avond werkte Newton bij kaarslicht aan een van zijn theorieën. Diamond, zijn hond, lag aan zijn voeten onder de tafel toen er op de deur werd geklopt.
Toen Newton open ging doen, stootte de enthousiaste hond tegen de tafelpoot. De kaars op tafel viel om en stak de aantekeningen in brand.
Toen Newton de schade zag, riep hij uit: ‘Oh, Diamond, Diamond, je hebt geen idee wat je hebt aangericht!’ Maanden aan wetenschappelijke gegevens gingen in vlammen op.
Zo luidt een van de anekdotes over Newton. Maar geschiedkundigen zijn er sceptisch over, omdat het verhaal kleine variaties kent.
In een andere versie vergat Newton het raam te sluiten en viel de kaars om door een tochtvlaag. In een derde versie is ‘Diamond’ een van zijn prisma’s die het zonlicht op de paperassen richt, waardoor de ideeën in rook opgaan.
3. Zelfvergiftiging met kwik

Volgens de traditie werd op zijn sterfbed een afdruk van Newtons gezicht gemaakt. Het dodenmasker hangt nu nog in de Royal Society, en de uitdrukking is gepijnigd. De ouder wordende Newton sliep slecht, beefde en had last van zijn spijsvertering.
In zijn brieven klaagt hij over zijn gekwakkel en verontschuldigt hij zich voor zijn irrationele gedrag en de vele beledigingen waarmee hij om zich heen sloeg.
Bijna 300 jaar later – in 1979 – stelden wetenschappers de oorzaak van zijn slechte gezondheid en beruchte stemmingswisselingen vast: kwikvergiftiging.
Ze onderzochten een lok van zijn haar, die 15 keer zo veel van het schadelijke zware metaal bleek te bevatten als normaal – en bovendien verhoogde niveaus van arsenicum en lood.
Newton experimenteerde veel met kwik, en zijn symptomen en gedrag komen overeen met de effecten van kwikvergiftiging.
4. Niemand kwam naar colleges

Als Newton op wonderbaarlijke wijze uit de dood zou opstaan en besloot een college te geven, zou de zaal ongetwijfeld stampvol zitten. Maar tijdens zijn leven was dat wel anders.
Newton was van 1669 tot 1702 hoogleraar wiskunde aan de universiteit van Cambridge, en net als nu moest hij zijn aandacht verdelen tussen onderzoek en onderwijs.
Van hem werd verwacht dat hij minstens eenmaal per week les gaf in ‘Geometrie, aardrijkskunde, statica, optica of een andere wiskundige discipline’, zoals de statuten stelden.
Maar lesgeven interesseerde hem geen lor – onderzoek had zijn volle aandacht. En de studenten voelden dat waarschijnlijk op hun klompen aan. In elk geval was de zaal vaak half leeg als hij college gaf.
5. Bijna 30 jaar bankdirecteur

In 1696 verhuisde Newton van Cambridge naar Londen. Hij had een baan gekregen als koninklijke muntmeester, wat we nu directeur van de nationale bank zouden noemen.
In de 17e eeuw groeiden de Engelse steden en ontkiemden de koloniën. Maar het bankwezen bleef achter bij de ontwikkelingen.
Newton ging met zijn gebruikelijke ijver aan de slag. Hij liet onder andere alle oude zilveren munten terugkomen en verving ze door een nieuwe en betrouwbaardere munt. Een vijfde van de teruggeroepen munten was vals, schatte Newton.
Hij liep voorop in de jacht op valsemunters door het opsporen en ondervragen van verdachten – van wie hij er verschillende ter dood liet veroordelen. Al kreeg hij doodsbedreigingen vanuit criminele hoek, Newton ging onverdroten door en behield de post tot zijn dood.