Wat is zout water?
Dat de zee zout is, komt door stoffen die in de loop der tijd langzaam met rivieren zijn meegevoerd.
Die stoffen komen vrij op het land door het proces van verwering – de chemische afbraak van gesteente.
Daarbij vallen gesteenten uiteen in ionen, zoals bijvoorbeeld natrium en chloor, die met elkaar het mineraal zeezout vormen.
Vroeger waren de oceanen zoet
Al kort na het ontstaan van de aarde zat er water in enorme meren van kraters en andere natuurlijke diepten. Maar zeeën bestonden nog niet.
De eerste oceanen zijn gevuld met regenwater en waren dus zoet; het water is langzaam maar zeker zouter geworden. Vandaag de dag zit er gemiddeld 3,5 procent zout in zee.
Waarom mag je zout water niet drinken?
Vanwege de hoge zoutconcentratie van zeewater, namelijk 3,5 procent of 35.000 ppm (parts per million) opgeloste zouten, kan het gevaarlijk zijn om dit te drinken.
De zoutconcentratie is namelijk veel hoger dan het menselijk lichaam aankan.
Gewoon drinkwater bevat maximaal 500 ppm, en bij een hogere zoutconcentratie droogt het lichaam uit.
97 procent van het water op aarde zit in zeeën en is zout en dus ondrinkbaar.
In zeer warme landen, zoals Australië en de Arabische landen, wordt het zout uit zeewater gehaald. Voor dit proces is echter veel energie nodig, en ontzilt water bevat veel minder mineralen.
Wanneer bevriest zout water?
Zoals je vast wel weet, bevriest water bij 0 graden Celsius. Maar door de concentratie zout in zeewater bevriest zout water pas bij -2 graden.
Zout verlaagt het vriespunt van water en maakt het voor watermoleculen lastiger om elkaar op te zoeken en ijskristallen te vormen. Daarom strooien we in de winter zout op gladde, bevroren wegen.