Shutterstock/PETER SCOONES/NaturePL/Tim Giraudier

Wilde dieren passen zich pijlsnel aan

Ze krimpen, veranderen hun ritme en leven in gifbaden. Al stijgen de temperaturen in sneltreinvaart en staan dieren onder hoge druk van de mens, verschillende soorten benen verrassend goed het tempo bij en passen zich in recordtijd aan.

OMGEVING

Op naar de polen

Veel wilde dieren trekken verder van de evenaar vandaan naarmate de temperatuur op aarde stijgt. Maar de migratie kan grote gevolgen hebben voor het voortbestaan van sommige soorten.

De planeet wordt warmer en door de veranderende temperaturen bevinden meer dieren zich ineens in een klimaat waarin ze worstelen om te overleven.

Veel soorten trekken echter naar een gebied met een geschikte temperatuur. Britse en Vietnamese wetenschappers hebben sinds 1970 de migratie van ruim 2000 soorten gevolgd door vast te leggen waar ze nu voorkomen en de gegevens te vergelijken met eerder.

1690 m gemiddeld per jaar trekken alle dieren weg van de evenaar.

Zo blijkt dat dieren en planten gemiddeld per jaar 1690 meter van de evenaar wegtrekken.

Dieren die op dit moment hun noordelijkste punt hebben bereikt in Antwerpen, kunnen dus over een jaar of 100 al in Amsterdam zijn. De onderzoekers denken echter dat die snelheid toeneemt omdat ook de opwarming van de aarde naar verwachting sneller zal gaan in de 21e eeuw.

Sommige dieren zijn overigens al heel wat verder dan het gemiddelde. De wilde Amerikaanse kalkoen is 650 kilometer naar het noorden getrokken, terwijl de kreeft langs de Atlantische kust 500 kilometer dichter bij de Noordpool is komen wonen.

Maar de massale emigratie is niet zonder gevolgen. Wanneer een soort nieuwe gebieden opzoekt, kan dit leiden tot nieuwe voedselketens, verlies van soorten en veranderende bestuivingsprocessen.

Ook kunnen er nieuwe roofdieren naar gebieden gaan waar prooidieren makkelijke slachtoffers zijn en zullen verdwijnen.

GEDRAG

De activiteiten van de mens dwingen andere soorten van gedrag te veranderen.

Shutterstock

De mens jaagt de dieren het donker in

Om het contact met mensen tot een minimum te beperken, verleggen zoogdieren hun actieve uren naar het donker – zelfs als ze daarmee makkelijke slachtoffers zijn voor hongerige roofdieren.

Steeds meer zoogdieren op aarde zijn 's nachts actief en verstoppen zich overdag.

Dit blijkt uit een groot onderzoek uit 2018, waarbij onderzoekers uit de VS het 24-uursritme van 141 groepen dieren van 62 soorten uit alle continenten (behalve Antarctica) volgden.

De onderzoekers constateerden dat de tijd waarin de dieren 's nachts actief waren gemiddeld met 36 procent toenam in gebieden waar ze vaak overdag met mensen in aanraking konden komen.

Nieuwe avonddieren

Zwijnen wroeten in de vuilnisbak en antilopenontlopen jagers. Een nieuw onderzoek wijst uitdat veel dieren 's nachts actiever worden.

© Alamy

Coyote kijkt wel uit voor wandelaars

Coyotes verdelen hun wakkere uren normaal over de dag en de nacht, maar langs wandelpaden in het Santa Cruz-gebergte zijn ze wel 70 procent van de tijd 's nachts actief.

© Shutterstock

Sabelantilope leidt jagers om de tuin

Sabelantilopen zijn normaal alleen overdag actief, maar in het Hwange National Park in Zimbabwe zijn ze nu halve nachten wakker om jagers te vermijden.

© Florian Möllers/NaturePL

Wild zwijn gaat stappen in Barcelona

Wilde zwijnen uit de bossen rond Barcelona gaan's nachts de stad in, waar ze veilig zijn voor jagers terwijl ze zoeken naar voedsel in het afval van de bewoners.

Soorten doen dit om verschillende redenen, bijvoorbeeld om toegang te krijgen tot voedsel of om jagers te ontlopen – maar over het algemeen om het contact met mensen tot een minimum te beperken.

Verandering van het dag- en nachtritme is een bekende aanpassing die prooidieren al miljoenen jaren toepassen om de roofdieren die hen achterna zitten te ontlopen.

Dat ze deze strategie nu ook voor mensen volgen, is niet erg, maar zij staat wel verder van hun natuurlijke gedrag af.

Daarom verwachten wetenschappers dat er ook gevolgen zullen zijn voor de groep, bijvoorbeeld voor wat ze eten en hoe ze zich gedragen.

Het nachtleven brengt de dieren verder in contact met nieuwe roofdieren, waarmee ze moeten leren omgaan.

Dieren jongen eerder

Baarzen krijgen eerder jongen, trekvogels vertrekken vroeger in het seizoen en eekhoorns brengen twee nestjes jongen perjaar groot. Dieren passen hun paringstijd aan om te overleven.

© Willem Kolvoort/NaturePL

Baars wordt eerder geslachtsrijp

De baarzen in de Bodensee op de grens van Zwitserland, Duitsland en Oostenrijk worden jonger geslachtsrijp. De oorzaak is de overbevissing waar de kleine roofvis mee te maken heeft. Met een groot risico om uit het meer te worden gevist kunnen vooral de vissen die vroeg geslachtsrijp zijn en zichzelf snel voortplanten, hun genen doorgeven.

© Shutterstock

Nectar dwingt kolibrie eerder te nestelen

In 2016 stelden onderzoekers vast dat veel trekvogels in Noord-Amerika nu eerder in het jaar nestelen. De oorzaak is waarschijnlijk dat de bloemen eerder bloeien door klimaatveranderingen, waardoor vogels die van nectar leven, zoals de robijnkeelkolibrie, zich eerder moeten voortplanten om zo veel mogelijk aan de nectar te hebben.

© Sumio Harada/Minden Pictures

Eekhoorn brengt twee nestjes per jaar groot

Al in 2003 bleek dat de rode eekhoorn in Yukon, Canada, zich genetisch aanpaste aan de opwarming van de aarde. Dit was bij zoogdieren nog niet eerder gezien. De kleine boomacrobaat heeft zijn eerste nestje in tien jaar met 18 dagen vervroegd nu de lente eerder begint. Op die manier kan het dier twee nesten grootbrengen vóór de herfst.

LICHAAM

Na de zogeheten El Niño van 1998 kromp het skelet van de zeeleguaan door een gebrek aan voedsel.

© Andrew Cooper/NaturePL

Dieren krimpen door de opwarming

Een groot lijf heeft veel voedsel en zuurstof nodig, wat een nadeel is als het warm is. Als reactie op de warmte worden veel dieren daarom kleiner.

Op de Galapagoseilanden houden Duitse onderzoekers de omvang van zeeleguanen al ruim 25 jaar bij.

In 1998 ontdekten ze dat de dieren lichter en korter geworden waren: hun skelet was gekrompen.

De oorzaak bleek een natuurlijke klimaatverandering te zijn, waarbij het water warmer werd en de leguanen moeilijk voedsel konden vinden.

Nu weten we dat veel dieren reageren op warmte door kleiner te worden.

Het paardje Sifrhippus kromp wel 30 procent door de warmte.

© Oliver Larsen

Prehistorisch paard kromp 30 procent

Om te begrijpen wat er met wilde dieren gebeurt als de aarde over 100 jaar 5 °C warmer is dan nu, kijken onderzoekers 56 miljoen jaar terug in de tijd.

Toen werd het op aarde in 10.000 jaar tijd 8 °C warmer, en de temperatuur daalde pas na 175.000 jaar weer naar het oorspronkelijke niveau.

De reactie van veel soorten was: krimpen. Vooral het paardje Sifrhippus, dat al niet groter was dan een flinke kat, werd kleiner.

Aan fossiele tanden kunnen de onderzoekers zien dat het latere rijdier door de warmte eerst 30 procent kromp en vervolgens, toen het weer kouder werd, bijna in omvang verdubbelde.

Vis geniet van giftige cocktail

Dankzij een pijlsnelle evolutie heeft de tomcod zich aangepast aan het milieugif PCB.

Tussen 1947 en 1976 werd er wel 600.000 kilo PCB, een zwaar milieugif, in de rivier de Hudson bij New York geloosd.

Door de vervuiling stortte het hele ecosysteem in de rivier in, waardoor vele soorten vissen en watervogels er verdwenen.

Veranderd eiwit weert milieugif

Door het eiwit te veranderen dat PCB naar de celkern brengt, ontsnapt de tomcod aan de zwaarste effecten van het milieugif.

PCB hecht zich aan eiwit

Het eiwit AHR2 hecht zich sterk aan PCB en brengt het gif tot in de celkern bij de gewone Atlantische tomcod.

Hier kan het leiden tot misvormingen bij de jonge vissen.

1

Eiwit verandert van vorm

Bij de gemodificeerde kabeljauw mist het eiwit AHR2 twee van de 1104 aminozuren die bij zijn soortgenoten de overeenkomstige eiwitten vormen.

Zo koppelt het eiwit zich niet zo sterk aan het PCB-molecuul.

2

PCB is minder schadelijk

Dankzij het veranderde eiwit dringen er veel minder giftige PCB-moleculen de celkern binnen.

Daardoor is de tomcod 100 keer minder gevoelig voor het milieugif.

3
© Claus Lunau

De tomcod krijgt van PCB gewoonlijk jongen met een misvormd hart, maar de circa 35 centimeter lange kabeljauw paste zich snel aan zijn nieuwe omgeving aan en werd 100 keer minder gevoelig voor het milieugif.

De onderzoekers kenden zo'n extreem en snel aanpassingsvermogen al wel, maar de Atlantische tomcod is het eerste gewervelde dier dat dit laat zien.