Als je gevraagd werd het geluid van een dinosaurus na te bootsen, is de kans groot dat je het op een brullen zet als een leeuw.
Maar als je een Ankylosaurus wilt imiteren, een lid van een groep gepantserde planteneters die niet nauw verwant was aan de vogels, kom je daar niet mee weg.
Een onderzoek van oude fossielen door Japanse wetenschappers duidt erop dat Ankylosaurus meer manieren had om zijn mening kenbaar te maken.
Versteend strottenhoofd
De sleutel tot het geluid van Ankylosaurus is te vinden in een fossiel dat in 2005 werd blootgelegd in Mongolië.
De onderzoekers denken dat dit mogelijk het eerste fossiel is van een dinostrottenhoofd, en het is interessant omdat de stembanden erdoor beschermd worden.
Door analyse van het strottenhoofd, dat in dit geval uit botten bestond, konden de onderzoekers de verhoudingen ervan vergelijken met strottenhoofden van verschillende vogels en reptielen, waaronder krokodillen, gekko’s en schildpadden.
Ze ontdekten dat het deel dat de basis van het strottenhoofd vormt, erg groot was vergeleken met dat van andere dieren.
‘Dit wijst erop dat deze dinosaurus zijn luchtwegen zo ver kon openen dat hij geluiden kon maken die tot op grote afstand te horen waren,’ zegt paleontoloog Junki Yoshida van het Fukushima Museum in Japan tegen The New York Times.
Het tweede deel van het fossiel had een langgerekte vorm, vergelijkbaar met de botten waarmee vogels de vorm van hun luchtpijp veranderen als ze zingen of tsjirpen in verschillende toonhoogten.
Geen gebrul, geen gepiep
Door de strottenhoofden te vergelijken en te luisteren naar reptielen als krokodillen, kwamen de onderzoekers tot een theorie over het geluid van Ankylosaurus.
‘De geluiden liggen binnen het bereik van wat we zouden verwachten,’ zegt paleontoloog Victoria Arbour van het Royal BC Museum in Canada.
Volgens Arbour, die niet bij het onderzoek betrokken was, werd eerder gedacht dat dinosauriërs vooral diep gegrom en gesis produceerden.
‘We zijn er vrij zeker van dat dinosaurusgeluiden sterk lijken op wat we kennen van krokodillen. Maar we weten ook dat vogels het geluid uit hun keel op een meer genuanceerde manier kunnen aanpassen,’ zegt ze, en ze voegt eraan toe:
‘Als een leeuwerik zal hij niet hebben geklonken, maar het onderzoek duidt erop dat Ankylosaurus mogelijk een meer genuanceerde taal had dan eerder gedacht.’
Junki Yoshida merkt op dat het nog niet mogelijk is de specifieke geluiden van dinosauriërs vast te stellen, maar dat Ankylosarus zich mogelijk uitdrukte met tsjilpende en koerende geluiden.