Claus Lunau / Historie

Weggevaagd door ramp: Op zoek naar verdwenen beschavingen in het Atlantis van het noorden

Duizenden jaren liggen de restanten van Doggerland al op de bodem van de Noordzee. Nu willen Britse wetenschappers met geavanceerde technologie sporen van de inwoners in kaart brengen.

Tegenwoordig is het gebied tussen Engeland en het Europese vasteland bedekt met een zee van 575.000 km2: de Noordzee. Maar zo is het niet altijd geweest.

Tienduizenden jaren geleden was een groot deel van de zee vruchtbaar land, met heuvels, bossen en uitgestrekte vlakten, waar de toenmalige jager-verzamelaars op onder meer edelherten en oerossen joegen.

Het enorme gebied verbond Engeland met de rest van Europa en is tegenwoordig bekend onder de naam Doggerland.

Circa 9000 jaar geleden snoepte het stijgende water steeds meer van het vasteland tussen Europa en Engeland af, en zo’n 8000 jaar geleden stortte een deel van het Noorse continentaal plat in. De vloedgolf die daardoor ontstond, betekende de doodsteek voor het laatste stukje Doggerland.

Nu gaan archeologen van de universiteit van Bradford op de bodem van de Noordzee op zoek naar sporen van de jager-verzamelaarscultuur. Ze doen dit met behulp van magneetveldtechnologie, dat als voordeel heeft dat er niet in de zeebodem hoeft te worden gegraven.

De archeologen gebruiken een magnetometer, die op een torpedo lijkt en aan een vaartuig wordt bevestigd. Zo kunnen ze de magnetische velden op de zeebodem in kaart brengen en analyseren, wat hopelijk nieuwe sporen oplevert.

‘Kleine veranderingen in het magnetisch veld kunnen veranderingen in het landschap aangeven,’ zegt onderzoeker Ben Urmston in een persbericht van de universiteit.

Smeltend ijs vormde verloren paradijs in Europa

Toen het ijs aan het einde van de laatste ijstijd, 18.000 jaar geleden, smolt, veranderde Doggerland van een bevroren vlakte in een uitgestrekte, weelderige toendra. Maar de zeespiegel steeg door het smeltende ijs ook, waardoor het land geleidelijk steeds kleiner werd.

Claus Lunau/Historia

Noordelijk Doggerland is een mysterie

Decennialang dachten we dat Doggerland helemaal doorliep tot aan de Shetlandeilanden. Maar nu menen archeologen dat het noordelijke deel van het gebied wellicht door water was bedekt.

Claus Lunau/ Historia

Theems en Rijn kwamen samen

Doggerland had veel rivieren. De huidige Theems en Rijn kwamen samen met de Maas en mondden uit in een inmiddels verdwenen megarivier, die later het Kanaal werd.

Claus Lunau/ Historia

Enorm meer was paradijs voor dieren

Voor de huidige oostkust van Engeland lag een meer van wel 170 kilometer lang: de Outer Silver Pit. Het trok waarschijnlijk veel dieren aan.

Claus Lunau/ Historia

Doggerland werd ultiem jachtgebied

Toen zo’n 12.000 jaar geleden de zeespiegel steeg, trokken jager-verzamelaars naar Doggerland. Ze vestigden zich waarschijnlijk bij rivieren en meren, waar ze op vogels, vissen en herten joegen.

Claus Lunau/ Historia

Noorse aardverschuiving veroorzaakte ramp

Ongeveer 8150 jaar geleden stortte een deel van het Noorse continentaal plat in. Daardoor spoelde er een vloedgolf over Doggerland, dat in die tijd nog maar een eilandje was.

Claus Lunau/ Historia

‘Omdat het gebied dat we onderzoeken vroeger boven zeeniveau lag, bestaat er een kleine kans dat de analyse zelfs bewijs oplevert voor activiteiten van jager-verzamelaars. Dat zou fantastisch zijn.’

Onderzoek naar hoe ze leefden

De archeologen hopen onder andere oude afvalhopen te vinden, met bijvoorbeeld dierenbotten, resten van schaal- en schelpdieren en ander biologisch materiaal, die ons iets kunnen vertellen over hoe de mensen hier leefden.

Eerdere onderzoeken van het zeegebied bij Engeland hebben al diverse archeologische vondsten opgeleverd, zoals botten van wolharige mammoeten, hertengeweien, jachtwapens, stenen werktuigen en zelfs de schedel van een Neanderthaler.

De meeste vondsten zijn echter bij toeval gedaan en nooit op hun oorspronkelijke locatie. Daardoor is onze kennis van de inwoners van dit gebied en hun levenswijze nog zeer beperkt.

Er zijn plannen om op korte termijn windmolenparken aan te leggen in de Noordzee. Om die reden maken de archeologen extra veel haast met het verzamelen van sporen van de kleine samenlevingen uit de steentijd.