Een wolkbreuk is een korte periode van zeer zware regenval. Gewoonlijk is de regenval zo hevig dat we die in Nederland en België misschien één keer per jaar meemaken.
Er bestaat geen internationaal overeengekomen definitie van de hoeveelheid regen die moet vallen voordat we kunnen spreken van een wolkbreuk.
Gewoonlijk slaan meteorologische instituten alarm op basis van het aantal millimeters regen dat naar verwachting problemen zal veroorzaken, zoals overstromingen.
In Bagdad kan de regen bijvoorbeeld nauwelijks ondergronds worden afgevoerd, want zware regens zijn er zeldzaam. Als er dan een wolkbreuk plaatsvindt, loopt een groot deel van de stad onder.
In Nederland spreekt het KNMI van een wolkbreuk bij meer dan 25 milliliter regen per uur. De Belgische meteorologische dienst, de KMI, gaat uit van 10 milliliter regen in vijf minuten.
Wolkbreuken komen meestal voort uit tot 15 kilometer hoge cumulonimbuswolken (onweers- of buienwolken). In de wolk condenseert waterdamp, waarbij regendruppels ontstaan en warmte vrijkomt. Daardoor stijgt de lucht op en wordt er meer vocht van onderaf de wolk in gezogen.
De opstijging kan verticale winden van honderden kilometers per uur veroorzaken – een gevreesd weersverschijnsel onder piloten.