Tornado

Tornado’s kunnen steden in puin leggen
Hoe ontstaat een tornado?
Wanneer koude lucht in botsing komt met warme en vochtige lucht, ontstaan er zware regen- en onweerswolken in een zogeheten supercel. Een supercel kan zo’n 20 kilometer de lucht in komen en regen, onweer of hagel veroorzaken. Bovendien kan hij onder de juiste omstandigheden tot een tornado leiden.
Een tornado ontstaat wanneer warme lucht in botsing komt met de koude lucht van de supercel en een rotatie veroorzaakt. Op het noordelijk halfrond draaien tornado’s tegen de klok in en op het zuidelijk halfrond met de klok mee.
Door de botsing van warme en koude lucht ontstaat een zogeheten mesocycloon, de trechter of de kern van de tornado zelf. Hij draait in opwaartse richting, en kan daarom bomen en huizen van de grond tillen en kilometers ver weg blazen.
Een tornado ebt weg als het vocht in de lucht opraakt of als het weer stabieler wordt. Dit kan een paar minuten tot enkele uren duren. De langste geregistreerde levensduur van een tornado is 3,5 uur.

Hoe wordt een tornado gemeten?
In 1971 bedacht Ted Fujita van de universiteit van Chicago de schaal die naar hem genoemd is en nog steeds wordt gebruikt.
De Schaal van Fujita is uitsluitend gebaseerd op de omvang van de verwoestingen en kan daarom pas worden gebruikt als de tornado voorbij is. In de meeste gevallen komen tornado’s voor op open vlakten of velden, en hier is het niet mogelijk om ze te categoriseren, omdat er geen schade kan worden beoordeeld.
De schaal is opgesteld op basis van theoretische windkracht en verwoestingen.
- F0: 64-116 km/h: Lichte schade
- F1: 117-180 km/h: Matige schade
- F2: 181-253 km/h: Aanzienlijke schade
- F3: 254-332 km/h: Ernstige schade
- F4: 333-418 km/h: Zeer zware schade
- F5: 419-512 km/h: Catastrofaal

Wat is het verschil tussen een cycloon, tyfoon, orkaan en tornado?
Een cycloon, tyfoon of orkaan betreft hetzelfde verschijnsel: een storm met een windkracht van meer dan 240 km/h en een diameter van meer dan 560 kilometer.
De stormen hebben echter verschillende namen, afhankelijk van de locatie. In de Stille Zuidzee en de Indische Oceaan spreken we van een cycloon. Een tyfoon ontstaat in de noordwestelijke Stille Oceaan en een orkaan in de noordoostelijke Stille Oceaan en de Atlantische Oceaan.
Tornado’s zijn stukken kleiner en komen vaker voor. Hun diameter bedraagt doorgaans 100 tot 600 meter en ze kunnen wel 20 kilometer hoog worden. Bovendien kunnen tornado’s een rotatiekracht hebben van 500 kilometer per uur, en die kan steden in puin leggen.
