Het record voor windsnelheid aan het aardoppervlak werd gevestigd door de orkaan Olivia in 1996, met een windstoot van 408 km/h voor de kust van Australië. Dit is ongeveer twee keer zo snel als de krachtigste windstoten in Noord-West-Europa.
In de hoogte kan het nog harder waaien. Zo mat een weerradar op 3 mei 1999 winden van 485 km/h in een tornado boven Oklahoma, VS, en op circa 10 kilometer hoogte waaien continu straalstromen met snelheden tot 417 km/h.
Wind met geluidssnelheid
De recordwinden op aarde blijven ver achter bij de geluidssnelheid, gedefinieerd als 1235 km/h aan het aardoppervlak in lucht van 20 °C. Maar dit betekent niet dat de geluidssnelheid per definitie een bovengrens stelt aan de windsnelheid.
Wind ontstaat door de verhouding tussen hoge en lage druk, dus in theorie kunnen er supersonische winden op aarde voorkomen. Neptunus kent bijvoorbeeld winden van ruim 1900 km/h.
Als dat op de aarde zou gebeuren, zou je supersonische knallen horen rond bomen, huizen en andere hoge objecten. Maar zelfs sterke gebouwen zouden het bij lagere snelheden al begeven. Dit blijkt bijvoorbeeld uit kernproeven, waarbij de drukgolf de eerste kilometers sneller gaat dan het geluid.
De drukgolf is echter geen wind in de traditionele zin. Hij gedraagt zich eerder als een golf op zee, waarbij de moleculen op hun plaats bewegen en de energie van de explosie onderling overdragen.