Stormen komen in elk seizoen voor, maar in Noord-Europa wordt de stormgrens in de winter het vaakst bereikt.
Statistisch gezien zijn de drie wintermaanden, december, januari en februari, goed voor ongeveer tweederde van de stormen.
De stormgrens verschilt echter per land. In Denemarken, Zweden en Finland is dat bijvoorbeeld 24,5 meter per seconde, terwijl in Nederland een windsnelheid van 20,8 meter per seconde al een storm is.
Koude lucht uit Canada brengt ons storm
Een storm ontstaat wanneer twee luchtmassa’s met zeer verschillende temperaturen en hoeveelheid waterdamp botsen.
Die kans is het grootst als de oceaan warm blijft, terwijl de continenten zijn afgekoeld. Dan kan ijzige arctische lucht uit Canada botsen met milde lucht uit de warme Golfstroom.
Die botsing creëert een lagedrukgebied dat vanuit de Noord-Atlantische Oceaan naar Europa trekt.