Circa 75 procent van de bliksem in een jaar slaat in juni, juli en augustus in. De zomerhitte stuurt vochtige luchtmassa’s hoog de atmosfeer in, waar ze bevriezen en hagelstenen vormen.
De neervallende hagel treft lichtere ijskristallen die opstijgen.
Spanning trekt atomen uit elkaar en creëert plasma
De botsingen creëren een spanningsverschil dat de elektronen uit hun atoomkernen kan rukken, een toestand die plasma wordt genoemd.
Het plasma vormt een vertakt kanaal van de wolk naar de grond, waar de elektronen nu vrij kunnen stromen met een sterkte van circa 30.000 ampère.
Stroom verhit de lucht en doet deze oplichten
De stroom verhit de lucht tot een temperatuur hoger dan die van het oppervlak van de zon, waardoor de lucht oplicht.
De verhitting zorgt op hetzelfde moment voor een enorme drukgolf die een bulderende donder produceert.
Deeltjes vormen nieuwe typen bliksem
Van wolk naar aarde, wolk naar wolk, wolk naar lucht of in de wolk. Als het onweert, vliegen de bliksemflitsen kriskras door de lucht.
GIDS VOOR ZOMERS ONWEER
Meeste onweer in Afrika

Aan de kust van Florida ontstaan zeewinden, die de lucht opstuwen en veel onweersbuien vormen.
Boven zee slaat de bliksem niet zo vaak in, doordat onweersbuien meestal boven land ontstaan.
In Centraal-Afrika stijgt warme, vochtige lucht op en worden er grote buiensystemen met bliksem gevormd.
Het bergmassief van de Himalaya met zijn hoge toppen stuwt de lucht omhoog en genereert veel onweer.