Het gerommel van onweer in de warme avondlucht en het onophoudelijke flitsen aan de horizon associëren we vooral met chartervakanties.
In de bliksemgevoeligste delen van de tropen vinden elk jaar 20-70 inslagen per vierkante kilometer plaats, terwijl dat bij ons nog geen inslag per vierkante kilometer is.
Maar het is de stilte voor de storm.
Een onderzoeksteam onder leiding van Anja Rädler van het European Severe Storms Laboratory in Duitsland heeft 14 regionale klimaatmodellen gecombineerd om te voorspellen hoe het aantal blikseminslagen zich in Europa de komende 80 jaar zal ontwikkelen.
En de conclusie belooft niet veel goeds.
Enorme hagel vernielt auto’s
De berekeningen werden uitgevoerd voor twee scenario’s, het ene met een wereldwijde temperatuurstijging van 2 °C ten opzichte van het pre-industriële tijdperk, en het andere met een temperatuurstijging van 4 °C.
Hieruit blijkt dat hoe warmer het klimaat in Europa wordt, hoe langduriger onweersbuien met bliksem het continent zullen treffen. Procentueel gezien zal de grootste toename zich voordoen in Noord-Scandinavië, waar blikseminslagen veel vaker zullen voorkomen.
De onweersbuien zullen ook meer gigantische hagelbuien voortbrengen. Het aantal grote hagelstenen met een diameter tot 2 centimeter zal in Midden- en Noordoost-Europa met 40-80 procent toenemen bij een temperatuurstijging van 4 °C, terwijl het aantal reuzenhagelstenen met een diameter van meer dan 5 centimeter zou kunnen verdubbelen.
De reuzenhagelstenen vernielen gewassen en veroorzaken schade aan auto’s en andere voertuigen. Ze zijn zeer zeldzaam in Scandinavië, maar in 2100 zouden het er drie keer zo veel kunnen zijn als nu.
De bevindingen van Anja Rädler en haar collega’s leiden nu tot een reeks risicoanalyses. Hieruit zal blijken of het loont om bijvoorbeeld kassen en zonnepanelen uit te rusten met gehard glas dat bestand is tegen het toekomstige luchtbombardement.