Andi Edwards/Alamy/Imageselect
Giftige boom - waarschuwingsbord

Wat is ’s werelds giftigste boom?

Als kind werden we gewaarschuwd geen sneeuwbessen te eten, omdat we er ziek van zouden worden. Maar hoe giftig kunnen bomen en hun vruchten eigenlijk zijn?

Volgens het Guinness Book of World Records is de giftigste boom ter wereld de Hippomane mancinella, de manzanillaboom.

De tot 15 meter hoge boom groeit in mangroves en langs zandige kusten in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika en het Caribisch gebied.

In het Spaans betekent de naam van de boom ‘kleine appel’, genoemd naar zijn vrucht. De boom wordt echter ook arbol de la muerte genoemd, ‘boom des doods’.

Het witte sap van de boom, dat zich in de schors, de bladeren en de vruchten bevindt, bevat een hele reeks toxines, die nog niet allemaal volledig zijn geïdentificeerd.

’s Werelds giftigste boom tast hele lichaam aan

Het sap van de manzanilla veroorzaakt nare blaren en blaasjes op de huid en blindheid als het in de ogen komt. Alleen al onder de boom staan schuilen bij regen kan de symptomen uitlokken.

Als de boom vlamvat, kan de rook ook blindheid, huiduitslag en ademhalingsproblemen veroorzaken.

Wanneer je de rijpe, rode vruchten van de boom eet, kun je eraan doodgaan, onder andere omdat het sap je inwendige organen aantast.

De manzanillaboom heeft familie in Europa

Het geslacht Hippomane, waartoe de manzanillaboom behoort, maakt deel uit van de wolfsmelkfamilie, die wij in Europa ook kennen van bijvoorbeeld het kroontjeskruid.

Boomgif veroorzaakt misselijkheid en kanker

Fysostigmine

Kan misselijkheid, diarree, duizeligheid en hoofdpijn veroorzaken.

Phorbol

Kan de groei van kankertumoren bevorderen.

De hele plant, ongeveer 30 cm hoog met geelgroene bloemen, is giftig.

Kroontjeskruid kan huisdieren ernstig ziek maken, als ze het eten. Mensen krijgen pijnlijke uitslag van het witte melksap, dat vroeger werd gebruikt om voetwratten weg te schroeien.

Kroontjeskruid groeit oorspronkelijk in Zuid-Europa, maar is inmiddels wijdverbreid in Europa en komt in Nederland en België volop voor op open, voedselrijke bodems zoals akkers.