Waarom zijn er ineens zo veel bladluizen?

Van de ene op de andere dag zitten de planten in mijn tuin vol bladluis. Ontstaan die beestjes soms uit het niets, of hoe zit dat?

© Shutterstock

Bladluizen zijn kleine insecten die sap uit planten zuigen. Er zijn wereldwijd ruim 5500 soorten, waarvan er zo’n 250 als ongedierte worden beschouwd.

De soorten richten zich op verschillende planten. Zo leven groene appeltakluizen alleen op appelbomen en vallen melige koolluizen alleen koolplanten aan.

Als bladluizen eenmaal in je tuin zitten, zijn ze niet zomaar weer weg. Ze vermenigvuldigen zich snel en effectief.

De ellende begint meestal in mei, als de overwinterende eitjes uitkomen. De nimfen, allemaal vrouwtjes, zijn snel klaar om zich voort te planten.

Bladluis plant zich maagdelijk voort

In een week tijd brengt een nimf 10 à 100 nieuwe bladluizen voort – zonder hulp van een mannetje. Bladluizen kunnen zich namelijk maagdelijk voortplanten (parthenogenese). Hun kroost bestaat uit levend geboren klonen, ook weer vrouwtjes, die snel opgroeien en zichzelf ook klonen.

Daardoor groeit de populatie exponentieel. Eén stammoeder (die in de lente uit een eitje is gekomen) kan in één seizoen miljarden bladluizen voortbrengen.

Mannetjes ontstaan meestal pas in de herfst, als er eitjes moeten komen voor het volgende jaar.

Bladluizen planten zich niet alleen efficiënt voort, maar vormen ook vleugels, zodat ze zich makkelijk kunnen verspreiden.