Toen de lava in 79 uit de Italiaanse vulkaan Vesuvius stroomde, werden de nabijgelegen steden Pompeï en Herculaneum bedolven onder de hete as. Duizenden inwoners werden ter plekke ingekapseld, en de tijd stond stil.
Een van de slachtoffers in Herculaneum was een man van rond de 20, mogelijk een tempelwacht. Hij werd in de jaren 1960 opgegraven bij een ruimte waar keizer Augustus werd aanbeden.
Wat er in zijn laatste momenten door zijn hoofd ging is niet te zeggen, maar we zijn er wel heel dichtbij.
Hersenen werden tot glas gebakken
In 2018 ontdekten onderzoekers mysterieuze zwarte splinters in de hersenen van de man, en nu heeft een Italiaans team goed bewaarde hersencellen gevonden in het 2000 jaar oude weefsel.
Tijdens de uitbarsting werd Herculaneum in een paar seconden bedolven onder een aslawine. De man werd ingekapseld in een dikke laag as van 500 °C, die korte tijd later afkoelde en daarna versteende.
Vanwege de snelle verhitting en afkoeling veranderde het hersenweefsel in een glasachtige substantie die doet denken aan het vulkanische gesteente obsidiaan. Obsidiaan ontstaat als lava in aanraking komt met koude lucht of water, en volgens wetenschappers kan het weefsel eveneens zijn verglaasd, zoals het proces genoemd wordt.
Verglazing geeft informatie over uitbarsting
Als hersenweefsel bewaard blijft, is er meestal sprake van zogeheten verzeping, waarbij de celstructuren moeilijk te onderzoeken zijn. Daarom is de vondst van deze ‘glazen’ hersencellen uniek en kunnen we er veel van leren.
Volgens de wetenschappers kan dit onderzoek de rampzalige gevolgen van toekomstige vulkaanuitbarstingen helpen beperken doordat de verglazing laat zien hoe gevaarlijk aswolken zijn.
Voor de archeologen die rond de Vesuvius aan het graven zijn, levert de ontdekking nieuwe kennis op over de vulkaanuitbarsting. Zo weten ze nu dat het glas kon uitharden voordat Herculaneum bedolven raakte onder nieuwe lagen as en puimsteen. Daaruit blijkt dat de uitbarsting schoksgewijs ging.