Want terwijl wetenschappers al lang wijzen op het verband tussen het functioneren van verschillende hondenrassen en hun fysieke verschijning, kon de intelligentie van onze viervoeters tot nu toe nog niet worden vastgesteld aan de hand van hun uiterlijk.
Maar volgens een Hongaarse studie kan dat nu misschien wel.
Een kleine studie
De kopvorm van honden varieert van zogeheten brachycefale rassen als bulldogs tot dolichocefale rassen als windhonden. En een golden retriever zit daar ergens tussenin (mesocefaal).
Om na te gaan of er een verband bestaat tussen snuitvorm en intelligentie, vergeleken de onderzoekers 15 Engelse en 15 Franse buldogs met 13 Hongaarse mudi’s – middelgrote herdershonden.
Tijdens het onderzoek moesten de honden een reeks taken uitvoeren die hun probleemoplossend vermogen testten, en daarbij bleken de buldogs met hun korte snuit slechter te presteren dan de mudi’s met hun lange kop.
En zelfs als de buldogs de gegeven taak wel voltooiden, deden ze dat langzamer dan de mudi’s.
‘Ondanks de duidelijke resultaten, geeft een onderzoek van zo’n bescheiden omvang nog weinig uitsluitsel,’ schrijft de auteur, Stanley Coren, in Psychology Today.
Een uitgebreidere vergelijking
Daarom heeft Coren nog eens gekeken naar zijn eigen boek Why Does My Dog Act That Way om de onderliggende dataset, waarin uitgebreide tests staan met resultaten van wel 133 hondenrassen, te analyseren.
Door de rassen te rangschikken op koplengte en vervolgens naar hun prestaties te kijken, was het voor Coren duidelijk dat er iets aan de hand was.
‘De rassen met korte snuit presteerden beduidend slechter dan de andere twee. Dit wil niet zeggen dat ik de frenologie nieuw leven inblaas, maar interessant is het wel.’