Idee kwam van 3-jarig zoontje
Het idee om planten met een drone te bestuiven is niet nieuw.
Een van de wetenschappers achter de drone – Eijiro Miyako, een chemicus van het Japan Advanced Institute of Science and Technology – maakte in 2017 al een drone met paardenhaar aan de onderzijde. Terwijl de drone van bloem naar bloem vloog, droegen de paardenharen het stuifmeel over, net zoals een bij. Deze methode bleek echter te hardhandig, waardoor de bloesems beschadigd raakten.
Miyako bedacht de oplossing met zeepbelletjes toen hij met zijn 3-jarige zoontje in het park aan het spelen was. De zeepbelletjes landden op het hoofd van het jongetje en Miyako besefte dat dit weleens de perfecte manier zou kunnen zijn om gewassen te bestuiven.
Miyako en zijn collega‘s testten verschillende wasmiddelen om te bepalen welk middel het bestuivingsproces het minste zou hinderen. Tijdens dit proces beweegt het stuifmeel door de pollenbuis en levert het zaadcellen af in de stempel.
Na een aantal laboratoriumexperimenten probeerden de wetenschappers hun proces uit in een fruitboomgaard, waar ze drie perenbomen bestoven met zeepbelletjes gevuld met pollen.
16 dagen later hadden ze beginnende vruchten van dezelfde kwaliteit als wanneer de bloesems met de hand waren bestoven. Vervolgens installeerden ze de bellenblazer op een drone. Deze legde een voorgeprogrammeerd traject af boven de perenbomen, en nadat de vlieghoogte en -snelheid waren aangepast, kon Miyako ruim 90% van alle bloesems bestuiven.
Bovendien bleken ze een stuk minder stuifmeel nodig te hebben dankzij de zeepbelmethode. Een borstel met veren gebruikt ongeveer 1800 milligram stuifmeel per bloesem, maar met de zeepbelletjes is dat maar 0,06 milligram. Dit komt waarschijnlijk doordat er minder stuifmeel verloren gaat met deze methode. Boeren besparen zo flink op de hoeveelheid stuifmeel, wat uiteindelijk ook een financieel voordeel oplevert.