Lotusbloemen behoren tot het geslacht Nelumbo en komen voor in twee soorten, één in Noord- en Midden-Amerika en één in Azië. De planten leven in het water en wortelen in de bodem van bijvoorbeeld een meer. Lange stengels met bladeren en grote, bonte bloemen schieten naar boven.
De bloembladeren zijn zeer waterafstotend, waardoor de plant minder vatbaar is voor onder meer schimmelinfecties.
De waterafstotende eigenschappen zijn te danken aan de papillen, kleine bobbeltjes.
Door de papillen blijft water moeilijk hangen, want de druppelvorm wordt verstoord.