Tsunami vaagde het Atlantis van het noorden weg

Een rijke steentijdcultuur die Doggerland heette, in de zee tussen Denemarken en Engeland, verdween toen een onderzeese reuze-aardverschuiving voor de kust van Noorwegen een verwoestende golf in de richting van de eilandengroep zond.

De Doggersbank tussen Denemarken en Engeland huisvestte ooit een rijke eilandgemeenschap die door de zee werd opgeslokt.

© Nasa

8200 jaar geleden gleed een gigantische onderwaterlawine van modder van het Noorse continentaal plat af en 1000 kilometer naar het midden van de Atlantische Oceaan tijdens de zogeheten Storegga-aardverschuiving.

Deze verschuiving had een oppervlak ter grootte van IJsland en veroorzaakte een tsunami die net zo groot was als de muur van zeewater die in 2004 Zuidoost-Azië trof.

In de steentijd woonden er duizenden mensen in Doggerland

De tsunami trof de kust van Noorwegen en Groot-Brittannië, maar vooral op één plek ervoer de bevolking de golf als het einde van de wereld, namelijk op de eilandengroep Doggerland tussen Denemarken en Engeland.

Via Doggerland was het kort na de laatste ijstijd mogelijk om van het vasteland naar de Britse Eilanden te lopen, maar doordat het ijs smolt en het zeeniveau steeg, werden grote gedeeltes van het land overstroomd.

Toen de Storegga-aardverschuiving plaatsvond, was Doggerland nog steeds een eilandengroep met een rijke steentijdcultuur en duizenden inwoners.

5 meter hoge golf overstroomde alles

Dat was allemaal afgelopen toen een minstens 5 meter hoge golf over de eilanden heen spoelde en alles onder water zette.

Onderzoekers weten nog niet hoe groot het percentage van de bevolking was dat overleefde, maar archeologische opgravingen tonen aan dat er nooit iemand is teruggekeerd.

De Storegga-aardverschuiving veroorzaakte een tsunami die zo hevig was dat onderzoekers er nog sporen van hebben gevonden 80 kilometer landinwaarts in Schotland en 20 meter boven de zeespiegel op de Shetlandeilanden.

Een soortgelijke gebeurtenis zal nogmaals plaatsvinden, maar pas over duizenden jaren als een nieuwe ijstijd weer een dikke en onstabiele laag steen, grind, klei en zand op het continentaal plat heeft gevormd.