Met computersimulaties hebben geologen een mogelijke verklaring gevonden voor een bepaald type aardbevingen dat ontstaat op diepten waar dat helemaal niet zou moeten kunnen.
Meestal ontstaan aardbevingen op diepten tot zo’n 70 kilometer. Massieve rotsplaten wrijven tegen elkaar, waardoor er spanning ontstaat.
Die spanning komt vrij in de vorm van een aardbeving, die een ramp aan de oppervlakte kan veroorzaken.
Dieper onder de grond is het gesteente door de hitte zo zacht dat de spanningen zich niet op dezelfde manier kunnen opbouwen, maar toch worden op diepten van 300 tot 700 kilometer nog aardschokken veroorzaakt.