Onderzoekers van de University of California San Diego hebben een polyurethaanschuim ontwikkeld dat hoofdzakelijk bestaat uit olie uit algen. Het is van zo hoge kwaliteit dat er schoenen voor commerciële productie van kunnen worden gemaakt.
Het nieuwe biologisch afbreekbare materiaal kan worden gebruikt voor middenzolen (de zachte zool tussen de binnen- en buitenzool van een schoen) en slippers.

Je vraagt je misschien af waarom je zo veel energie zou steken in duurzame slippers, maar volgens de onderzoekers zijn slippers het populairste schoeisel ter wereld en vormen ze een aanzienlijk deel van het plasticafval dat in zee drijft.
Algenolie vervangt petroleum
Het materiaal, polyurethaan, is een flexibele plasticpolymeer of schuim, dat in heel veel industriële producten wordt gebruikt: van matrassen en isolatie tot verf en rolschaatswieltjes. Net als andere soorten plastic is polyurethaan niet biologisch afbreekbaar.
Daarom experimenteren de onderzoekers uit Californië al een paar jaar met polyurethaan, door de traditionele chemische bouwstenen – die veelal uit petroleum afkomstig zijn – te vervangen door biologisch afbreekbare alternatieven.
Hoogleraar en surfer Stephen Mayfield van UC San Diego vertelt over de uitvinding:
De bouwstenen van het nieuwe polyurethaanschuim, monomeren, zijn afkomstig uit algenolie. Daardoor is het veel beter afbreekbaar dan plastic op basis van aardolie. De algenslippers worden in slechts 16 weken afgebroken, bij de plastic variant duurt dat honderden jaren.
Naast dat het algenmateriaal biologisch afbreekbaar en niet giftig is, heeft het als voordeel dat de algen snel groeien in water dat toch niet drinkbaar is en zich bevindt in gebieden die ongeschikt zijn voor landbouw. Het materiaal kan dus met veel minder milieubelasting worden geproduceerd dan de huidige plastics.
13 miljard ton is op weg de natuur in
De afgelopen 50 jaar hebben we ruim 6 miljard ton plasticafval geproduceerd. Hiervan is 9 procent gerecycled, 12 procent verbrand en 79 procent op de stort of in de natuur beland. Als er niet een eind komt aan ons overmatige gebruik van plastic, bevindt er zich vóór 2050 13 miljard ton plastic in de natuur.
Een van de beste kansen om het probleem te tackelen, is alternatieve materialen te ontwikkelen die plastic op een duurzame manier vervangen.
Hoogleraar biologie Stephen Mayfield, een van de bedenkers van de uitvinding, vat het doel kort en bondig samen: ‘De levensduur van een materiaal moet overeenkomen met de levensduur van het product. Je hebt geen materiaal nodig dat 500 jaar meegaat voor een product dat je maar een jaar of twee gebruikt.’