Toen Strier begin jaren 1980 voor het eerst maandenlang rondzwierf onder het groene bladerdak van het Braziliaanse regenwoud, was er nog maar weinig bekend over de zeldzame apensoort – behalve dat hij op het punt van uitsterven stond.
Door zware ontbossing was het leefgebied van de aap, die van kop tot staart anderhalve meter lang kan worden, ernstig ingeperkt.
Er waren nog slechts 50 apen over van de bedreigde soort, die een nogal atypische primaat bleek te zijn.
In tegenstelling tot soortgenoten als chimpansees en berggorilla’s is deze langarmige aap verrassend vredelievend, zo bleek uit Striers observaties.
De mannetjes leven vreedzaam samen, en het ligt niet in hun aard om te vechten om voedsel, water of vrouwtjes.
Ze nemen er genoegen mee om elkaar te ontwijken, de kat uit de boom te kijken of elkaar zelfs te omhelzen.
Hun opvallend vreedzame gedrag leverde de noordelijk spinapen de bijnaam ‘hippie-apen’ op onder wetenschappers en de lokale bevolking.
Inmiddels heeft Karen Strier een onderzoeks- en beschermingsprogramma opgezet in een beschermd bosgebied van 950 hectare in de Braziliaanse staat Minas Gerais.
Hier is de populatie succesvol gegroeid van 50 naar 232 spinapen, in totaal ongeveer een vijfde van de totale populatie van de ernstig bedreigde soort.
Nog steeds bedreigd
Maar hoewel de curve de goede kant op gaat, is het gevaar nog niet geweken, benadrukt de primatoloog. Zij ziet de apen als een symbool van de dreigende crisis voor de wereldwijde biodiversiteit.
‘Biodiversiteit is belangrijk voor het welzijn van de mens en de wereld,’ zei ze eerder tegen de organisatie New England Primate Conservancy.
‘Ik vind het onze taak als mens om zo veel te beschermen als we kunnen. We hebben niet het recht om andere soorten hun toekomst te ontnemen.’