‘De armen van de wereld zijn het slachtoffer van de klimaatverandering. En ze dragen er niet aan bij.’
Deze bewering is afkomstig van de Indiase klimaatwetenschapper en activist Sunita Narain, die daarmee de aandacht vestigt op een van de belangrijkste onderwerpen voor COP26.
De internationale klimaattop in Glasgow, die op 31 oktober begon, gaat naar verwachting vooral over de vraag wie er opdraait voor de rekening van de transitie naar een klimaatvriendelijker beleid.
Voor India, Honduras, Libië en andere armere landen is het simpel: waarom moeten wij betalen voor de groene transitie als de rijkste landen ter wereld eerder grof geld verdienden door zo veel te vervuilen als ze wilden?
Daarom houdt het argument steek
Iedere Indiër stoot ca. 1,8 ton CO2 per jaar uit. Ter vergelijking: voor de gemiddelde Europeaan is dat cijfer 6,4 ton per jaar.
137 landen, waaronder Nederland en Duitsland, hebben vastgelegd dat ze in 2050 CO2-neutraal willen zijn. Landen als Zweden en Finland zijn nog ambitieuzer met respectievelijk 2045 en 2035. Maar de rekening moet worden betaald.
CO2 is een broeikasgas dat vrijkomt bij de verbranding van o.a. steenkool, olie, hout en afval. Ongeveer de helft van de uitstoot wordt opgenomen door planten en de oceanen, terwijl de rest in de atmosfeer blijft hangen en weerkaatst zonlicht blokkeert, zodat het niet naar de ruimte kan ontsnappen.
Daardoor stijgen de temperaturen.
De concentratie CO2, uitgedrukt in parts per million, is in krap 300 jaar gestegen van 250 tot ruim 400 ppm.
Hoe het komt dat de atmosfeer nu 412 ppm CO2 bevat, staat buiten kijf: enkele westerse landen hebben in een paar eeuwen enorme hoeveelheden van het gas uitgestoten en zijn daar rijk mee geworden, terwijl de meeste arme landen een onbeduidend aandeel hadden.
Daarom houdt het argument géén steek
Dat de arme landen historisch gezien weinig hebben bijgedragen aan de klimaatverandering, is grotendeels waar. Een aantal minder geïndustrialiseerde landen, met India voorop, eist daarom dat de rijke landen betalen.
Maar India is op dit moment de op drie na grootste CO2-producent, na China, de VS en de EU. De redelijk lage uitstoot per inwoner komt uitsluitend door het hoge bevolkingscijfer. 28 procent van de Indiërs leeft in armoede, en dat cijfer gaat omlaag naarmate de welvaart toeneemt.
Terwijl de CO2-voetafdruk in Europa op weg omlaag is, gaat India de verkeerde kant op. De uitstoot van broeikasgassen, vooral CO2, steeg tussen 1990 en 2019 met 335 procent.
Daarom is het belangrijk dat India en vergelijkbare landen deelnemen aan wereldwijde klimaatafspraken, anders hebben de maatregelen om de CO2-uitstoot te reduceren maar een beperkt effect.
De huidige doelstellingen zullen de totale CO2-uitstoot in 2030 met ruim 4 miljard ton reduceren. Maar dat is niet voldoende. Om de temperatuurstijging onder de 1,5 °C te houden, moet de reductie 28 miljard ton bedragen.
Als de minder ontwikkelde landen net zo veel gaan uitstoten als de westerse naties deden – en nog steeds doen – wordt net zero in 2050 niet gehaald.
Het gevolg is volgens de wetenschap dat het klimaat een aantal kritieke punten zal bereiken waardoor de balans verstoord raakt en de temperatuur, zeespiegel en natuurrampen uit de hand zullen lopen.
De grote verliezers zijn de toekomstige generaties.