Onderzoekers van het instituut voor milieuwetenschap aan de Deense universiteit van Aarhus hebben veldstudies gedaan op het landijs van Groenland. Ze ontdekten dat in deze extreem voedselarme omgeving duizenden organismen leven, die vermoedelijk invloed hebben op de snelheid waarmee het ijs smelt.
‘In een kleine poel van smeltwater op de gletsjers kunnen zomaar 4000 soorten schuilgaan. Ze leven van bacteriën, algen, virussen en microscopische schimmels,’ zegt onderzoeksleider en hoogleraar Alexandre Anesio in een persbericht.
‘Het is een compleet ecosysteem, waarvan we het bestaan niet kenden.’
Ogenschijnlijk onschuldig
De organismen leven zowel op als onder het ijs. Met name één soort hebben de onderzoekers uitgebreid onderzocht: een zwarte alg, die op het ijs groeit en dit zwart kleurt.
De gepigmenteerde alg lijkt op het eerste gezicht onschuldig, maar is door zijn kleur extra interessant met betrekking tot het afsmelten van de gletsjers, legt Alexandre Anesio uit.
‘Als het ijs donker kleurt, wordt het moeilijker om het zonlicht te reflecteren. De warmte van de zon wordt dan geabsorbeerd door het ijs, dat begint te smelten,’ aldus de hoogleraar.
‘Hoe meer ijs er smelt, hoe hoger de temperatuur op aarde wordt.’
De ‘ijsalg’ was er al lang vóór de industrialisatie. Maar door de klimaatverandering heeft het organisme nu betere omstandigheden om te groeien en breidt het zich steeds verder uit over de ijskap.
Volgens Anesio zelfs zozeer dat de alg het afsmelten nu met circa 20 procent versnelt.
Daarom onderzoeken hij en zijn collega’s ook of er een manier is om de groei van de alg tegen te gaan, bijvoorbeeld met behulp van andere microben, die de balans in het systeem kunnen helpen herstellen.
‘De diverse micro-organismen op het ijs beïnvloeden elkaar. Sommige laten voedsel achter, waar andere van leven. Kleine virusdeeltjes vallen bacteriën aan en verteren ze. We denken dat sommige schimmelsporen de zwarte algen mogelijk eten. Naar zoiets zijn we op zoek,’ zegt hij.
Het onderzoek staat in Gebiology en is in november 2022 voor het eerst gepubliceerd.