Speelse familiehond, sociale metgezel of agressieve vechthond.
Dit populaire huisdier wordt de beste vriend van de mens genoemd, en er zijn honderden hondenrassen waaraan vaak bepaalde vaste persoonlijkheidskenmerken worden toegeschreven.
En dat is geen gebakken lucht, blijkt uit Fins onderzoek.
Hoewel hondeneigenaren de persoonlijkheid van hun hond tot op zekere hoogte kunnen vormen door training en socialisatie, is ras de belangrijkste factor.
Dat blijkt uit een artikel in iScience – gebaseerd op heel veel data.
De onderzoekers van de universiteit van Helsinki hebben namelijk data van meer dan 11.000 honden van 300 rassen doorgespit. Op basis van de informatie over de persoonlijkheden van de honden, konden ze de vele hondenrassen categoriseren in 52 groepen.
Andere factoren
De onderzoekers beoordeelden de honden op zeven kenmerken, namelijk: onzekerheid, trainingsfocus, agressie/dominantie, energieniveau, doorzettingsvermogen en omgang met mensen en andere honden.
En de conclusie was eenduidig – uit de analyse bleek dat er een duidelijke samenhang tussen ras en persoonlijkheid is.
Onder de honden met de beste trainingsfocus vielen bijvoorbeeld de rassen Australian cobberdog, Australische labradoodle, golden labrador retriever en Seskar seal dogs.

De honden zijn het moeilijkst – en makkelijkst – om te trainen
Hoogste trainingsfocus, 1 is het makkelijkst te trainen:
1 Australian cobberdog, Australische labradoodle, golden labrador retriever, Indian pariah, Peruaanse naakthond (groot, middelgroot en klein), Seskar seal, Ierse wolfshond, Mexicaanse naakthond (al deze honden behoren tot een categorie die de onderzoekers ‘anders’ noemen)
2 Labrador retriever
3 Border collie
4 Spaanse waterhond
5 Langharige collie
6 Golden retriever
7 Poedel
8 Shetland sheepdog
9 Nova Scotia duck tolling retriever
10 Lagotto romagnolo
Slechtste trainingsfocus, 1 is het moeilijkst te trainen:
1 Bulterriër
2 Sledehond
3 Parson Russell-terriër
4 Pinscher/Schnauzer
5 Windhonden
6 Speurhonden
7 Vechthonden
8 Northern companion spitzes
9 Chinese gekuifde naakthond
10 European sighthounds
Daarna komen de labrador retrievers en border collies.
Aan de andere kant van het spectrum staan de honden die het moeilijkst te trainen zijn. De bulterriër voert die lijst aan, gevolgd door sledehonden en Parson Russel-terriërs.
Volgens de onderzoekers bepalen ook andere factoren hoe makkelijk een hond te trainen is.
Overigens bleken teefjes makkelijker te trainen te zijn dan reutjes, en – verrassend genoeg – bleken oudere honden makkelijker te trainen dan jonge honden.
Uit het onderzoek bleek ook dat gesteriliseerde honden moeilijker te trainen waren dan niet-gesteriliseerde honden.