Zuurstof wordt gevormd door middel van de fotosynthese bij planten en algen, en aan de hand van de groei van de planten valt te berekenen hoe veel zuurstof er vrijkomt. Omdat je een bos of de algen in een bepaald stuk water moeilijk kunt wegen, wordt de groei bepaald aan de hand van wiskundige modellen.
Volgens deze berekeningen wordt elk jaar 280 miljard ton zuurstof gevormd op aarde. 46% daarvan wordt in zee gevormd, en 54% op het land. Dat betekent echter niet dat 46% van de zuurstof die de atmosfeer in gaat, door algen geproduceerd is. Er spelen namelijk wel meer dingen een rol, zoals de afbraak van stoffen en de hoeveelheid organische stoffen die in de bodem achterblijft en dus niet met zuurstof wordt afgebroken.
De regenwouden van Zuid-Amerika, Afrika en Borneo maken de meeste zuurstof per vierkante kilometer aan, maar omdat het oppervlak van de wereldzeeën stukken groter is, wordt er op het land en in de oceanen in totaal ongeveer dezelfde hoeveelheid zuurstof geproduceerd.
Algen maken deel uit van een wereldwijde zuurstofcyclus. Soms wordt plaatselijk zo veel zuurstof gevormd, dat het water het niet allemaal kan opnemen; dan verdwijnt de zuurstof in de atmosfeer. Op andere plaatsen wordt zuurstof uit de atmosfeer juist in het water opgenomen.
Fotosynthese
Zuurstof wordt op aarde door fotosynthese gevormd. Hierbij gebruiken planten en algen hun bladgroenkorrels om lichtenergie op te vangen en daarmee water en koolstofdioxide om te zetten in suiker en zuurstof.
Een deel van de suiker wordt afgebroken en omgezet in energie, terwijl de rest opgeslagen wordt om te groeien.