Elk jaar regent er 1000 ton microplastic neer op beschermde natuurgebieden in het westen van de VS, waar het zich afzet en zich verder door de ecosystemen verspreidt. Dat blijkt uit onderzoek van de Utah State University.
Microplastics zijn plasticdeeltjes van minder dan 5 millimeter. Ze komen vooral uit textiel, verf of grotere stukken plastic die worden afgebroken in de natuur.
In het kader van het onderzoek, dat is gepubliceerd in het tijdsschrift Science, werden 14 maanden lang monsters verzameld in 11 nationale parken en natuurgebieden. Daarna bekeken de onderzoekers onder de microscoop afgezette materialen.
98 procent van het materiaal bevatte microplastic, en in totaal vormde microplastic 4 procent van de geanalyseerde materialen. 30 procent hiervan waren gekleurde plastic korrels, waarschijnlijk van industriële verf en coatings.
Op basis van metingen schatten de onderzoekers dat er in deze natuurgebieden per jaar zo’n 1000 ton microplastic uit de atmosfeer wordt afgezet.
Zo zwaar als 79 dubbeldekkerbussen
Dat is heel veel.
Voor het idee: 1000 ton microplastic komt overeen met 123 tot 300 miljoen plastic flessen en weegt evenveel als 79 dubbeldekkerbussen.
Er zijn eerder grote concentraties microplastic gemeten in de zee, de lucht, tafelzout, huisstof, kraanwater en flessenwater.
In 2018 maten onderzoekers dat 90 procent van het flessenwater microplastic bevat met ruim 300 microplasticdeeltjes per liter.