Paleontologen van Flinders University in Australië hebben een uniek fossiel bestudeerd van een onbekende, uitgestorven buideldiersoort.
3D-scans wijzen hopelijk uit hoe de soort de klimaatverandering in Australië heeft overleefd, schrijven de onderzoekers in een artikel in het tijdschrift Royal Society Open Science.
In 2017 vond het team fossielen van een onbekend buideldier in een geërodeerde rotswand in Kalamurina Wildlife Sanctuary in Zuid-Australië, die 3,5 miljoen jaar oud bleken te zijn.
Aangepast aan klimaatverandering
De nieuwe soort is Ambulator keanei gedoopt en behoorde tot de uitgestorven familie van de Diprotodontidae, waartoe reuzenbuideldieren behoorden die verwant zijn aan de wombat.
A. keanei leek nog het meest op een kruising tussen een beer en een neushoorn. Hij woog meer dan 250 kilo en had een schofthoogte tot 1 meter.
De onderzoekers maakten 3D-scans van de botresten, die online te vinden zijn. Op basis hiervan maakten ze een computermodel, dat laat zien hoe A. keanei eruit kan hebben gezien.
Dit model geeft aan dat het reuzenbuideldier mogelijk een speciaal loopje had, dat anders was dan huidige dieren van deze grootte.
‘De meeste grote planteneters van nu, zoals neushoorns, zijn topteengangers, wat betekent dat ze op hun tenen lopen terwijl hun hielen de grond niet raken,’ zegt een van de onderzoekers, Jacob van Zoelen, in een persbericht.
‘Diprotodontiden zijn zoolgangers, wat betekent dat hun hielbeen (calcaneus) de grond raakt als ze lopen, net als bij mensen.’
Dit kan verklaren hoe A. keanei zich heeft aangepast aan de snelle klimaatverandering in Australië. Als de hiel de grond raakte, bespaarde het dier energie door zijn gewicht gelijkmatig over zijn zolen te verdelen.
Onderzoekers denken dat het dier daardoor de lange droge afstanden kon afleggen tussen weelderige bossen en graslanden waar voedsel en water beschikbaar waren. Ambulator betekent dan ook ‘wandelaar’.