Onderzoekers van het University College London vonden bewijs voor een extreme afkoeling van Europa rond 1,1 miljoen jaar geleden, waardoor de mens waarschijnlijk tijdelijk verdwenen is uit het werelddeel.
Dit gebeurde toen het klimaat begon op te warmen en grote ijskappen smolten in de Atlantische Oceaan, waardoor de Europese zee- en landtemperaturen drastisch daalden.
‘De pas ontdekte vorstperiode was vergelijkbaar met enkele van de ernstigste gebeurtenissen in recente ijstijden,’ zegt hoofdauteur Vasiliki Margari, geografisch onderzoeker aan het UCL, in een persbericht.
Onleefbaar voor de mens
De onderzoekers analyseerden eerst sediment van de zeebodem bij de kust van Portugal.
Zeesediment bestaat uit de resten van rotsen, mineralen en zeedieren die naar de bodem zinken en worden afgezet. Uit het sediment kunnen we de klimaatomstandigheden van verschillende perioden aflezen, omdat er elk jaar nieuwe lagen ontstaan die wetenschappers kunnen vergelijken met fossielen uit dezelfde tijd.
Uit de analyses bleek dat de gemiddelde wintertemperatuur in het grootste deel van Europa in die tijd tot ver onder het vriespunt daalde – zelfs in het Middellandse Zeegebied.
Een daling van die omvang lijkt misschien niet zo ernstig door een moderne bril gezien, want nu hebben we toegang tot warmte, warme kleding en voedsel, maar de vroege Europeanen waren niet aangepast aan zulke extreme omstandigheden.
De onderzoekers ontwikkelden een computermodel dat met simulaties de vraag beantwoordt of de mens überhaupt in Europa had kunnen leven onder de omstandigheden van die tijd.
De resultaten toonden aan dat het Europese klimaat vermoedelijk extremer was dan wat oermensen aankonden.
‘Er is geen direct bewijs dat de mens in die tijd zelfs maar het vuur beheerste. Daarom moeten de extreem koude en droge omstandigheden in Europa en het bijbehorende gebrek aan voedsel door veranderingen in de flora en fauna een grote uitdaging zijn geweest voor de menselijke overleving,’ zegt coauteur en hoogleraar archeologie Nick Ashton.
Het onderzoek benadrukt ook dat archeologisch bewijs voor de aanwezigheid van vroege mensen in Europa tussen 900.000 en 1,1 miljoen jaar geleden ontbreekt, wat suggereert dat er duizenden jaren na de vorstperiode geen mensen in het werelddeel woonden.