Daarom leven kleine honden het langst

De verklaring ligt in het selectief fokken van grote hondenrassen door de mens, zo blijkt uit onderzoek.

Tussen een chihuahua en een Deense dog zit nogal een verschil. En ze hebben ook niet dezelfde kans op een lang leven.

© Shutterstock

Honden breken met een natuurwet die voor het grootste deel van het dierenrijk geldt: een groter lichaam betekent een langere levensduur.

Zo leven olifanten en walvissen aanzienlijk langer dan muizen en andere kleine knaagdieren.

Bij honden gaat dat echter niet op: de kleinste hondjes leven het langst, en zoals wel vaker bij dingen die afwijken van de normale gang van zaken, is dit deels aan de mens te wijten.

Dat stellen twee Australische onderzoekers in een onderzoek in het tijdschrift American Naturalist.

Ze wijzen erop dat kleine honden langer leven omdat grotere meer kans hebben om kanker te ontwikkelen en daaraan te sterven.

Volgens de onderzoekers is dat te wijten aan het feit dat de mens bepaalde honden door selectief fokken groter heeft gemaakt en kampen deze rassen nu met een ‘evolutionaire achterstand.’

Anders gezegd: de natuurlijke afweer tegen kanker loopt achter bij hun groei.

© Shutterstock

Onze trouwe viervoeter

De onderzoekers keken naar doodsoorzaken en levensduur van 164 hondenrassen van verschillend formaat, aan de hand van openbare gegevens uit de hele wereld.

En de conclusie is helder:

‘Grotere honden verouderden niet altijd sneller dan de kleinere rassen. Maar het onderzoek toonde aan dat naarmate het gemiddelde gewicht van het ras toenam, ook het aantal kankergevallen steeg,’ aldus Jack da Silva, co-auteur en evolutionair geneticus aan de universiteit van Adelaide in Australië, in een persbericht.

Volgens de onderzoekers strookt deze ontdekking met een biologische theorie die bekendstaat als disposable soma, die uit 1977 dateert.

Deze theorie stelt kort gezegd dat het lichaam zijn hulpbronnen gebruikt voor twee hoofddoelen: zichzelf in stand houden en zich voortplanten.

Volgens de theorie zal het lichaam bij beperkte middelen voorrang geven aan voortplanting ten koste van onderhoud. Dit kan bijvoorbeeld gevolgen hebben voor de afweer tegen kanker, en cellen en weefsels kunnen verwaarloosd raken en afsterven.