Onder de vlakte Kvanefjeld bij het plaatsje Narsaq ligt een fortuin aan mineralen die belangrijk zijn voor de productie van onder meer waterstofbatterijen, windturbines en smartphones.
Een mijnbouwbedrijf belooft honderden banen en miljarden voor de staatskas, maar de linkse IA-partij heeft onlangs de Groenlandse verkiezingen gewonnen door het project ronduit te weigeren.
De begeerde mineralen zijn moeilijk te winnen, en nog moeilijker is het om het giftige en radioactieve afval van de mijn op te slaan – een taak die waarschijnlijk duizenden jaren in beslag zal nemen.
Groene technologie hangt af van zeldzame mineralen
Greenland Minerals stelt voor een mijn te bouwen op de Kvanefjeldvlakte en later op twee naburige bergen. Die mijn zou 37 jaar actief moeten zijn.

Het lavagesteente lujavriet onder het Kvanefjeld bevat grote hoeveelheden van het mineraal steenstrupin, dat de mijn moet gaan winnen en verwerken tot zeldzame aarden.
Volgens het Australisch-Groenlandse bedrijf zal Groenland bijna 7 miljard euro aan belastinginkomsten kunnen incasseren en kunnen 750 mensen werk krijgen door de mineralen te winnen en verwerken.
De duizelingwekkende bedragen zijn te danken aan zeldzame aarden (REE, rare earth elements). Door hun chemische eigenschappen zijn ze gewild voor de productie van magneten, katalysatoren en batterijen – essentiële onderdelen in bijvoorbeeld windturbines, elektrische auto’s en smartphones.
Zeldzame aarden zijn metalen die na bewerking meestal zilverachtig glanzen. Volgens de bodemmonsters van Greenland Minerals is het Kvanefjeld bijzonder rijk aan:
- Lanthanum (La)
- Cerium (Ce)
- Neodymium (Nd)
- Praseodymium (Pr)
- Yttrium (Y)
Bovendien bevatten bodemmonsters ook veel zink, zirkonium en uranium.

Zuiver neodymium.
De markt voor deze zeldzame aarden is enorm, en zal waarschijnlijk alleen maar groter worden. Alleen al in de EU zal de vraag ernaar volgens deskundigen in 2050 vertienvoudigd zijn.
Greenland Minerals schat dat het Kvanefjeld een vijfde van de wereldvoorraad van de begeerde metalen bevat.
Ondergrondse explosie
De belangstelling voor de bodem van Narsaq geldt grotendeels het speciale mineraal steenstrupine. Dit mineraal, ontdekt in het Kvanefjeld, bevat grote hoeveelheden zeldzame aarden.
Het steenstrupine ligt in een gordel van lujavrietgesteente tussen andere gesteentelagen.
Volgens geologen is de lucratieve lujavrietgordel het resultaat van een enorme ondergrondse explosie meer dan een miljard jaar geleden.
Door vulkanische activiteit ontstond de lujavrietader onder het Kvanefjeld. Copyright: University of Colorado-Boulder
Uit bodemmonsters blijkt dat 3 kilometer onder het Kvanefjeld een grote lavakamer ligt. Van hieruit stromen warmte en lava naar het aardoppervlak.
Circa 1,2 miljard jaar geleden is een deel van de lava in een spleet onder het zuidelijke deel van de berg beland. Deze eerste magma-afzetting was gevuld met de meest instabiele stoffen, die later kristalliseerden tot de meest REE-houdende mineralen, waaronder steenstrupine.
In een later stadium werden de hitte en de druk van de lavakamer zo groot dat een explosie ook spleten in de noordzijde van de berg veroorzaakte.
Hier drongen nieuwe lavastromen door, maar die hadden niet hetzelfde gehalte aan de instabiele materialen, en daarom is het gehalte zeldzame aarden hier volgens de onderzoekers geringer.
De binnendringende magmalagen hebben vaak een hoge concentratie uranium, maar de onderzoekers weten nog niet waarom.
Stuwmeer wordt radioactieve stortplaats
In Groenland weten de mensen wel dat de grote hoeveelheid uranium een groot risico vormt voor hun gezondheid en het milieu als de mijnbouw eenmaal groen licht krijgt.
Het plan van Greenland Minerals was om het afval van de mijn – de zogeheten tailings – op te slaan in een natuurlijk meer bij het Kvanefjeld. Twee dammen zouden het radioactieve afval veilig onder water houden en bescherming bieden tegen de straling.
De mijn en de raffinaderij zouden in de eerste 37 jaar circa 100 miljoen ton radioactief afval opleveren. En met een halfwaardetijd van uranium van duizenden jaren zou de stortplaats veel langer in stand moeten blijven dan de mijn.

Een stuwmeer bij een kopermijn in British Columbia, Canada.
Naast de radioactieve stoffen uranium en thorium zal de verwerking van de mineralen van het Kvanefjeld het milieu ook zwaar belasten. Om de zeldzame aarden uit het gesteente te winnen zijn er chemische processen nodig, waarbij andere giftige tailings ontstaan, zoals fluor.
Als een van de voorgestelde dammen het begeeft, of als andere tailings in de bodem en het water sijpelen, zou dat een ramp betekenen voor het plaatsje Narsaq, waar verschillende inwoners schapen houden om in hun levensonderhoud te voorzien.
Greenland Minerals houdt vol dat zijn plan voor een afvalstuwmeer veilig is, maar mankementen van soortgelijke dammen hebben in het verleden rampzalige gevolgen gehad.
In 2019 kwamen in Brazilië 270 mensen om toen de dam van een ijzermijn instortte. Giftige modder stroomde 10 kilometer ver van de mijn – met grote schade voor de plaatselijke ecosystemen.