Bacteriën gedijen in zeer vijandige milieus

Op aarde zijn extreme milieus te vinden waar zelfs de taaiste en best uitgeruste avonturiers het loodje zouden leggen. Maar de bikkels onder de organismen, bacteriën, draaien hun hand niet om voor intense straling, een tekort aan zuurstof of bijtend zuur.

Marianentrog

De bodem van de Marianentrog, de diepste plek op aarde, ligt 11 kilometer onder de zeespiegel. De druk per cm2 komt overeen met een volwassen olifant die met zijn hele gewicht op je duim staat.

Er komt geen zonlicht op de bodem en de temperatuur ligt rond de 1 °C, maar toch leven er verschillende micro-organismen in de trog. Een team onderzoekers heeft zelfs aanwijzingen gevonden dat er hier meer bacteriële activiteit voorkomt dan op minder diepe plekken.

Dat komt vermoedelijk omdat organisch materiaal van dode dieren naar beneden zakt en zich ophoopt op de bodem van de trechtervormige trog. Daar kunnen de bacteriën van eten.

Mponeng-mijn

© Bloomberg/Getty Images

De Mponeng-mijn in Zuid-Afrika ligt 3 kilometer onder het aardoppervlak en is daarmee de diepste mijn ter wereld. Zuurstof en zonlicht zijn ver te zoeken, en de gangen staan vol bijtend zuur grondwater. Bovendien is het er 60 °C en is de straling van uraniumhoudende mineralen intens.

De bacterie Candidatus Desulforudis audaxviator maakt gebruik van het feit dat de straling het grondwater splitst in radicalen, die met zwavelmineralen uit het gesteente reageren. Daarbij ontstaan sulfaationen die de bacterie opneemt.

Antarctica

© Shutterstock

De ijswoestijnen van de Zuidpool zijn niet gemaakt voor leven. Een paar maanden per jaar laat de zon zich niet zien, de temperatuur kan tot -90 °C dalen en het landschap is dor en dood.

Maar zelfs zonder zonlicht en water weten bacteriën te overleven door energie uit de gassen in de atmosfeer te halen. Dankzij speciale genen kunnen ze waterstof, koolwaterstoffen en kooldioxide omzetten in energie.