Wat opvoeden betreft kunnen we iets leren van onze verre voorouders

Tegenwoordig hebben veel kinderen en tieners het zwaar – misschien wel omdat we de beproefde opvoedmethoden van de jager-verzamelaars zijn vergeten.

De kinderen van jager-verzamelaars sliepen hun hele kindertijd bij hun ouders.

© Shutterstock

In veel opzichten zijn mensen in de huidige, moderne samenleving veel beter af dan onze verre voorouders. Maar op één vlak lijkt deze snelle ontwikkeling de verkeerde kant op te zijn gegaan. Er zijn veel aanwijzingen dat de manier waarop we in de welvarende, westerse wereld kinderen opvoeden niet helemaal natuurlijk is.

Misschien moeten we eens terugblikken en ons laten inspireren door de methoden die jager-verzamelaars gebruikten (en nog steeds gebruiken) om hun kroost de juiste basis voor het leven mee te geven.

Veel meer fysiek contact

Dr. Nikhil Chaudhary, evolutionair antropoloog, heeft de BaYaka, een bestaand jager-verzamelaarsvolk in Congo, nauwkeurig bestudeerd. Samen met kinderpsycholoog Dr. Annie Swanepoel vergeleek hij de opvoedmethoden in de jager-verzamelaarssamenleving met die in westerse, geïndustrialiseerde en hoogopgeleide samenlevingen. En daar zijn interessante observaties uit naar voren gekomen die tot nadenken stemmen.

Ten eerste ontvangen kinderen in jager-verzamelaarssamenlevingen relatief veel fysiek contact van volwassenen. Ze worden een groot deel van de dag vastgehouden of gedragen in een draagdoek, ze krijgen borstvoeding tot ze vier jaar oud zijn, en ze slapen de hele kindertijd bij hun ouders. Bovendien wordt er snel gereageerd als ze huilen en krijgen ze maar heel zelden een standje.

Iedereen helpt bij de opvoeding

Toegegeven, ongeveer 40% van de kinderen in jager-verzamelaarssamenlevingen sterft voor hun vijftiende, dus kinderen in ontwikkelde samenlevingen zijn hier duidelijk in het voordeel. Maar kinderen van jager-verzamelaars staan veel dichter bij anderen, en niet alleen hun eigen ouders, maar ook andere volwassenen die als een soort hulpouder optreden. Het hele dorp is als het ware één grote ouderlijke eenheid, waarin iedereen elkaar helpt.

‘Moderne ouders krijgen veel minder hulp van hun familie of kennissen bij de opvoeding dan eerder in de evolutie. Als ouders meer geholpen zouden worden door andere verzorgers, zouden er minder negatieve effecten van ouderlijke stress op het kerngezin kunnen zijn. Ook wordt de kans op een postnatale depressie kleiner, die schadelijk kan zijn voor het welzijn en de cognitieve ontwikkeling van het kind,’ legt Dr. Chaudhary uit.

Oudere broers en zussen helpen mee

Een andere eigenschap van jager-verzamelaars is dat oudere broers en zussen ook voor hun jongere broers en zussen zorgen. Er zijn zelfs voorbeelden van kinderen van vier jaar oud die op jongere kinderen passen. In de moderne samenleving is dit natuurlijk niet haalbaar omdat de oudere broers en zussen naar school moeten, dus wordt er meestal een babysitter of au pair ingeschakeld.

‘Misschien moeten we de mogelijkheid onderzoeken dat oudere broers en zussen een grotere rol op zich nemen om hun ouders te ontlasten door voor hun jongere broers en zussen te zorgen. Dit zou ook hun eigen sociale ontwikkeling kunnen stimuleren,’ oppert Dr. Nikhil Chaudary.

Leren door spel en verkenning

Een ander belangrijk verschil tussen jager-verzamelaarssamenlevingen en modernere samenlevingen is het leerproces. Kinderen van jager-verzamelaars leren van elkaar door spel en verkenning. Eigenlijk is spelen en leren daar dus hetzelfde.

Volgens de studie van Nikhil Chaudhary en Annie Swanepoel maakt deze manier van leren kinderen veerkrachtiger en zelfverzekerder, en daarbij kan het leiden tot minder stress, meer motivatie en betere prestaties. De twee onderzoekers erkennen echter dat de methode niet een-op-een toepasbaar is op de moderne maatschappij.

Nader onderzoek is belangrijk

Er is meer onderzoek nodig om verschillen in mentale gezondheid en kinderontwikkeling tussen jager-verzamelaarssamenlevingen en moderne samenlevingen, zoals de westerse, aan het licht te brengen.

De twee onderzoekers hopen dat deskundigen op het gebied van psychiatrie en evolutionaire antropologie zullen samenwerken om meer te leren over de methoden die we zijn vergeten, maar die eigenlijk gunstig lijken te zijn voor kinderen.