Volgende grote wapen in de strijd tegen kanker mogelijk ontdekt

Diep in ons lichaam hebben onderzoekers iets gevonden wat volgens hen cruciaal kan worden in de strijd tegen de agressiefste vormen van kanker.

Kankercellen

Darmkankercellen (blauw) worden blootgesteld aan de killerblaasjes, wat leidt tot celdood (groen). Er is kleurstof gebruikt, omdat de cellen transparant zijn.

© Oslo University Hospital

In een laboratorium van de universiteit van Oslo wordt op dit moment een aantal plastic flesjes in een warmtekast op 37 °C gehouden.

In die flesjes zit een doorzichtige, roze vloeistof. En die bevat iets waarvan de onderzoekers aldaar hopen dat dit het volgende grote wapen is in de strijd van de medische wetenschap tegen agressieve vormen van kanker. Een microscopisch wapen van 50 à 200 nanometer, dat diep uit het menselijk lichaam komt.

Het piepkleine wapen stamt uit een aangeboren immuuncel in onze bloedvaten, die erin gespecialiseerd is om niet alleen virussen, maar ook bepaalde vormen van kanker op te sporen en te bestrijden.

Deze bijzondere immuuncellen worden door wetenschappers natural killer-cellen (NK) genoemd. Ze bevatten kleine, vethoudende blaasjes vol giftige eiwitten, die zich aan kankercellen kunnen hechten. En dat bleek in het laboratorium een krachtig effect te hebben.

‘Het zijn de opvallendste resultaten die ik ooit heb gezien, en ik doe dit werk al 25 jaar,’ zegt Marit Inngjerdingen tegen Wetenschap in Beeld. Inngjerdingen is hoogleraar aan het Oslo University Hospital en een van de auteurs van het onderzoek naar de blaasjes, dat recent is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Frontiers in Immunology.

Een wapenarsenaal opkweken

Marit Inngjerdingen en haar collega’s hebben ontdekt dat ze in het laboratorium natural killer-cellen kunnen opkweken in de speciale rode vloeistof, en vervolgens de kleine, met gif gevulde blaasjes kunnen oogsten door de vloeistof te centrifugeren, waardoor de vetblaasjes naar de bodem zinken.

De afgelopen jaren stonden NK-cellen en het potentieel ervan bij onderzoekers van over de hele wereld volop in de aandacht. Aan de universiteit van Oslo werken (vlnr) promovendus Miriam Aarsund Larsen, hoogleraar Marit Inngjerdingen en promovendus Yunjie Wu aan het project.

© Ine Eriksen, UiO

Op die manier kunnen ze makkelijk en effectief een groot arsenaal aan vetblaasjes opbouwen, die klompjes kankercellen die door de onderzoekers zijn opgekweekt, in slechts 18 uur tijd doden.

‘Zo’n 80 procent van de kankers die we hebben getest, sterft. Of het nu gaat om hersenkanker of darmkanker, de blaasjes vallen een brede waaier aan kankercellen aan,’ vertelt Inngjerdingen.

In plastic containers groeien de NK-cellen, die worden gebruikt om de speciale vethoudende blaasjes te produceren, maar ook de verschillende kankercellen waarop de onderzoekers de behandeling testen.

© Oslo University Hospital

Nieuw soort immuuntherapie

Het mooie van de blaasjes is dat ze al deel uitmaken van de natuurlijke verdedigingslinie van het lichaam en daarom niet giftig zijn voor onze gezonde cellen. Daarom hopen Marit Inngjerdingen en de rest van het team de ontdekking te kunnen gebruiken om een nieuw soort immuuntherapie tegen kanker te creëren.

‘Slechts 20 à 30 procent van de kankerpatiënten reageert op de huidige soorten immuuntherapie, dus er is dringend behoefte aan andere soorten behandelingen,’ legt ze uit.

‘Dit is een nieuwe manier om de kankercellen aan te pakken, en het is belangrijk om een groot arsenaal aan behandelingen te hebben, zodat we voor elke patiënt de juiste kunnen vinden.’

In de NK-cellen zitten kleine blaasjes van vet. Deze hebben een holte gevuld met giftige eiwitten, die de kankercellen kunnen vernietigen. De grootte van de vetblaasjes varieert van 50 tot 200 nanometer.

© Oslo University Hospital

De volgende stap voor Inngjerdingen en de rest van het team is te testen of de in het laboratorium gekweekte blaasjes de kankercellen kunnen opsporen als ze in de bloedbaan van een levend wezen worden geïnjecteerd. Daarvoor worden proefmuizen gebruikt, waarbij kankercellen zijn ingebracht onder de huid.

Als het lukt om de tumoren bij de muizen te laten krimpen, kunnen we volgens de hoogleraar binnen een afzienbaar aantal jaren de eerste proeven bij mensen verwachten.

‘Als alles meezit, kunnen we misschien over een paar jaar al beginnen met de eerste proeven bij mensen,’ zegt ze.

Hoewel zij en haar collega’s nog in het beginstadium zitten als het erom gaat te begrijpen waarom de kleine blaasjes sommige kankercellen wel treffen en andere niet, denkt ze nu al dat de natuurlijke gifstoffen ‘een enorme potentie’ hebben.

‘Ze zijn effectief, heel makkelijk in grote hoeveelheden te maken, zeer stabiel en eenvoudig in te vriezen. En we kunnen er dingen aan vastmaken, een beetje zoals een stukje Lego, zodat we ze op maat kunnen maken om specifieke soorten kanker aan te vallen,’ zegt ze.