Dit is de tweede keer in slechts drie jaar tijd dat er een Romeins scheepswrak is gevonden in de Servische kolenmijn, die vlakbij de ruïnes van een Romeinse stad ligt.
Schepen brachten goederen naar begraven stad
Onderzoekers wachten nog op de koolstofdatering, maar archeoloog Miomir Korać, die het onderzoek naar de nieuwe vondst leidt, schat dat het schip uit de 3e of 4e eeuw dateert.
Het vaartuig, dat in betere tijden circa 20 bij 3,5 meter mat, had een platte bodem. De experts denken daarom dat het werd gebruikt om goederen te vervoeren tussen Romeinse handelsposten langs de Donau.
Op slechts 1,6 kilometer van de kolenmijn liggen de overblijfselen van Viminacium, de hoofdstad van de Romeinse provincie Moesia superior, die het grootste deel van het huidige Servië en Kosovo omvatte, plus delen van Albanië en Noord-Macedonië.
De stad werd een paar honderd meter van de zijrivier Mlava van de Donau gebouwd, maar later is de rivier wel 3 kilometer opgeschoven. De twee scheepswrakken werden daarom gevonden onder het zand in plaats van in het water.
De stad zou 40.000 inwoners gehad hebben, die over aquaducten, een amfitheater en een rioleringssysteem beschikten.
Vloot op de Donau was de laatste verdediging
In het eerste decennium van onze jaartelling lijfde keizer Augustus het land ten zuiden van de Donau in bij het Romeinse Rijk.
Zo wilde hij de grens van het rijk tot aan de rivier te brengen, zodat die een natuurlijke verdediging kon vormen tegen oorlogszuchtige stammen als de Daciërs en Sarmaten, die de bondgenoten van de Romeinen aan de zuidkant van de rivier het leven zuur maakten.
Het water hield de barbaren echter niet buiten de deur, en in 70 n.Chr. gaf keizer Vespasianus opdracht om de rivier te bewaken nadat de Sarmaten een jaar eerder de gouverneur van de provincie hadden gedood.
Daarnaast zetten de Romeinen een riviervloot op, die constant op de Donau patrouilleerde om de barbaren te verjagen. Tot die vloot behoorden de twee schepen in de Drmno-mijn waarschijnlijk.
Archeologen denken dat het pas ontdekte vrachtschip waarschijnlijk verse troepen naar Viminacium bracht, terwijl het scheepswrak dat in 2020 werd gevonden een oorlogsschip was dat waarschijnlijk patrouilleerde op de rivier de Donau om oorlogszuchtige barbaren af te schrikken.
Tot nu toe hebben archeologen slechts zo’n 2 procent van de provinciehoofdstad blootgelegd, die in tegenstelling tot de meeste Romeinse ruïnes niet begraven ligt onder latere steden.
Viminacium werd eerst weggevaagd door de Hunnen van Atilla in 441 en daarna door de nomadische Avaren in 582. Hoewel de Romeinen de Avaren later versloegen, werd de provinciehoofdstad rond 600 verlaten en nooit meer bevolkt.