NEXU Science Communication, Han Suyuan/China News Service/Getty images

Snel vaccin moet huiveringwekkende pandemie stoppen

Op een smerige markt in de Chinese miljoenenstad Wuhan muteert een onschuldig virus tot een meedogenloze killer. Een paar maanden later heeft het coronavirus COVID-19 wereldwijd meer dan 100.000 mensen besmet. Wetenschappers werken uit alle macht aan een vaccin.

Op 30 december 2019 stuurt Li Wenliang via de Chinese app WeChat een bericht naar zijn oud-studiegenoten: ‘In quarantaine op de intensive care.’ Hij doelt op zeven patiënten die in quarantaine zijn geplaatst na besmet te zijn geraakt met een mysterieuze ziekte.

Li Wenliang is oogarts in het Central Hospital in de stad Wuhan in het noorden van China, die 11 miljoen inwoners telt.

Hij is 34 jaar oud, getrouwd en vader van één kind. Zijn vrouw is in verwachting van de tweede.

‘Wat zorgwekkend. Is het SARS?’ antwoordt een van de ontvangers van het bericht. De SARS-epidemie begon in 2002 in China.

In totaal raakten ruim 8000 mensen met de ziekte besmet, van wie er 800 stierven.

De Chinese arts Li Wenliang waarschuwt al op 30 december voor een nieuwe, gevaarlijke ziekte. De Chinese autoriteiten muilkorven hem.

© Dr. Li Wenliang

Li Wenliang beseft dat hij een groot risico loopt door de informatie met zijn oud-studiegenoten te delen.

De Chinese regering stopt nieuws dat een nationale crisis kan veroorzaken en de politici in Peking in een kwaad daglicht kan stellen het liefst in de doofpot.

Maar het kan Li Wenliang weinig schelen dat hij zich de woede van de autoriteiten op de hals haalt met zijn bericht.

Hij denkt alleen aan de veiligheid van zijn familie en vrienden. Het bericht van Li Wenliang gaat binnen de kortste keren viral, en midden in de nacht wordt hij op het matje geroepen bij de gezondheidsautoriteiten, die willen weten waarom hij de informatie gedeeld heeft.

Drie dagen later dwingt de politie hem een verklaring te tekenen waarin hij ‘illegaal gedrag’ bekent.

Intussen grijpt de mysterieuze ziekte snel om zich heen onder de miljoenen nietsvermoedende inwoners van Wuhan.

Virus ontstond op smerige markt

De ziekte is niet SARS, maar lijkt er wel op: ook deze wordt door een coronavirus veroorzaakt. Coronavirussen zijn een grote familie ziekteverwekkers die allemaal net even iets anders zijn.

Naast SARS behoort ook MERS tot de coronavirussen, en het nieuwe exemplaar komt in genetisch opzicht voor 79 procent overeen met SARS.

Het draagt de naam Sars-CoV-2, een afkorting van Severe Acute Respiratory Syndrome Coronavirus 2, maar is nu met name bekend onder de naam COVID-19.

Meestal zijn coronavirussen niet gevaarlijk voor de mens. Ook een gewone verkoudheid of een milde luchtweginfectie is er vaak aan te wijten.

Zo dringen de viruscellen je longen binnen

Als de viruscellen eenmaal op het oppervlak van de longcellen zitten, dringen ze die binnen en geven ze hun erfelijk materiaal af.

Virus in de lucht

Virusdeeltjes dringen met de ingeademde lucht door neus en mond het lichaam binnen.

1

Gastheren

In de luchtwegen hecht het virus zich aan gastheercellen die het verder vervoeren.

2

Verspreiding

In de longen barsten de gastheercellen open en hecht een zwerm virussen zich aan de buitenste longcellen.

3
© Shutterstock

Maar heel af en toe muteert een coronavirus en springt het over van een dier op de mens, en dan begint het riskant te worden. COVID-19 behoort tot dit type virussen.

Coronavirussen gedijen op plekken met nauw contact tussen dieren en mensen. Toen MERS in 2012 uitbrak in Saoedi-Arabië, werden mensen vooral aangestoken door kamelen en dromedarissen.

En in 2002 kreeg de civetkat grotendeels de schuld van de SARS-epidemie, die terug te voeren was op een Chinese voedselmarkt.

Het epicentrum van het nieuwe coronavirus was de Huanan Seafood Market in Wuhan. Dat is een grote hal waarin vlees, gevogelte en vis worden verkocht, maar ook reptielen en andere exotische dieren die in China als een delicatesse gelden.

Volgens een rapport van de autoriteit voor besmettelijke ziekten in Wuhan was het er slecht gesteld met de hygiëne en de ventilatie en lagen er grote bergen afval op de vloer – perfecte omstandigheden voor een coronavirus.

De varkensvleesverkoper Hu Xiaohu werkte op deze smoezelige markt toen het virus eind december 2019 uitbrak.

Hij zag dat er iets aan de hand was: meerdere medewerkers werden ziek, kregen koorts en werden in quarantaine geplaatst. Maar niemand wist waarom.

Italiaanse coronapatiënten wachten op veldbedden op behandeling. Het land is zwaar getroffen door het virus.

© Matteo Biatta/Avalon Red/Ritzau Scanpix

Op 1 januari werd de markt gesloten door politie en ambtenaren.

De plaatselijke autoriteiten eisten dat de hal werd schoongemaakt, en diezelfde ochtend kwamen er mannen in witte pakken om de kraampjes schoon te spoelen en met ontsmettingsmiddel te bespuiten.

Dit was de eerste zichtbare aanwijzing dat de regering de uitbraak probeerde in te dammen.

Een dag eerder, op 31 december, hadden de autoriteiten het kantoor van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO in Peking op de hoogte gesteld van de ziekte.

Vleermuis is hoofdverdachte

Het is nog niet aangetoond welk dier de bron van de besmetting is geweest, maar vleermuizen staan hoog op het lijstje van verdachten. Deze zoogdieren hebben een bijzonder immuunsysteem, dat niet reageert op een virus.

Daardoor kunnen vleermuizen rondvliegen met een virusinfectie alsof er niets aan de hand is, terwijl het virus wel schadelijk is voor andere dieren en mensen.

Het SARS-virus kwam van vleermuizen, net als het ebolavirus, dat tussen 2013 en 2016 in West-Afrika meer dan 11.000 mensen het leven kostte.

Op het virologische instituut van Wuhan werden monsters onderzocht van patiënten die eind 2019 in de ziekenhuizen lagen.

Een van de onderzoekers, Zheng-Li Shi, was destijds lid van het team dat de herkomst van het SARS-virus traceerde naar de zuidelijke provincie Guangdong.

Zij en haar collega’s stelden snel de identiteit van het nieuwe coronavirus vast, en de genetische samenstelling ervan duidde erop dat ook dat van een vleermuis afkomstig was.

De weg van dier naar mens is echter waarschijnlijk via een ander dier verlopen, een tussengastheer.

Dat is vaak een zoogdier of een vogel die is gebeten door een vleermuis of er een heeft gegeten.

Als mensen in contact komen met het bloed of de lichaamssappen van de tussengastheer, kan het virus meeliften.

Overbevolking maakt ons ziek

Sinds 1980 is het aantal virusuitbraken wereldwijd verviervoudigd, en ook het aantal verschillende ziekten is toegenomen. In totaal waren er 12.102 uitbraken van 215 virussen in 219 landen. Bij 65% daarvan gaat het om ziekten die afkomstig zijn van dieren. Naarmate de wereldbevolking groeit, komen er meer mensen in contact met dieren, en door de bevolkingsdichtheid in grote steden en de grotere reisactiviteit kunnen virussen zich beter verspreiden.

© the royal society

Meer ziekten

De grafiek laat een stijging in het aantal ziekten zien van 1980 tot 2010.

© the royal society

Meer virussen van dieren

De grafiek laat het aantal uitbraken van ziekten zien die afkomstig zijn van mensen (oranje) en dieren (rood) tussen 1980 en 2019. Naarmate de bevolking groeit, zijn steeds meer uitbraken afkomstig van dieren.

Meer mensen maken contact met dieren

Volgens de wetenschappers van het virologische instituut van Wuhan ligt het voor de hand te veronderstellen dat het nieuwe coronavirus ook een dergelijke route van dier naar mens heeft afgelegd.

Uit een studie van de Beijing Normal University en de China Wildlife Conservation Association uit 2012 blijkt dat een derde van de inwoners van de grote steden in China wilde dieren gebruikt voor voedsel, medicijnen of kleding.

Maar niet alleen in China komt de bevolking in nauw contact met wilde dieren: omdat er steeds meer mensen in steden wonen, hebben bossen wereldwijd op grote schaal plaatsgemaakt voor wegen en woningen.

Daarom leven talloze mensen in Afrika, Zuid-Amerika en Azië zij aan zij met vleermuizen, knaagdieren, apen en andere wilde dieren, en in veel landen wordt er jacht op gemaakt voor voedsel of de verkoop.

Wel 60 procent van de ziekten die mensen besmetten, is volgens bioloog Kate Jones van de Zoological Society of London van dieren afkomstig.

Het RNA van het coronavirus is al bekend, en het kan gekweekt worden in het lab.

© iStock

En omdat er steeds meer mensen in contact komen met potentiële ziektedragers, breken er vaker epidemieën uit dan vroeger.

Sinds 1980 is het aantal epidemieën wereldwijd verviervoudigd, en op dit moment zijn er zo’n 40 infectieziekten die 40 jaar terug nog niet bestonden, waaronder SARS, hiv, vogelgriep, nipah, lassa, zika en nu dus COVID-19.

60% van de bevolking kan ziek worden

In de eerste week van januari 2020 kwam de intensive care van het Wuhan Central Hospital helemaal vol te liggen met patiënten die het nieuwe virus onder de leden hadden.

Het ziekenhuis kon deze toestroom nauwelijks aan, en medewerkers van alle afdelingen moesten de patiënten verzorgen. Dat gold ook voor de oogarts Li Wenliang, die als eerste de noodklok had geluid.

Op 10 januari begon Li Wenliang hevig te hoesten. Korte tijd later werd er COVID-19 bij hem vastgesteld en werd hij patiënt in zijn eigen ziekenhuis.

De 34-jarige oogarts ging echter niet bij de pakken neerzitten en verwachtte snel weer anderen te kunnen helpen.

‘Als ik weer gezond ben, ga ik terug naar het front. De epidemie verspreidt zich nog, en ik wil geen deserteur zijn,’ zei hij eind januari tegen een Chinese krant.

Terwijl Li Wenliang in zijn ziekenhuisbed in Wuhan lag, werd de rest van de wereld langzamerhand wakker.

Exact een maand na het alarmerende bericht van Wenliang aan zijn studiegenoten betitelde de Wereld-gezondheidsorganisatie WHO het nieuwe coronavirus als internationale gezondheidscrisis.

En op 11 februari 2020 kwamen 400 vooraanstaande wetenschappers in Genève bijeen om het probleem te bespreken.

Op dat moment waren er 42.638 besmettingen en 1016 doden in China. Tijdens de bijeenkomst stelden de deskundigen vast dat iemand die het virus bij zich draagt, gemiddeld 2,5 personen besmet.

© European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC)

Epicentrum verplaatst van China naar Europa

Half maart is de verspreiding van het virus in China dankzij strenge overheidsmaatregelen gestuit, terwijl de curve in Europa juist stijgt. De grafiek laat het aantal besmettingen in China (rood) en buiten China (oranje) zien tussen 1 februari 2020 en 12 maart 2020. Zo is te zien dat het epicentrum van de verspreiding is verplaatst van China naar Europa.

Als dat klopt, is het coronavirus besmettelijker dan bijvoorbeeld SARS.

Professor Gabriel Leung, het hoofd van de afdeling Public Health Medicine aan Hong Kong University, zei in Genève dat de ziekte 60 procent van de wereldbevolking kan besmetten als hij niet onder controle gebracht wordt.

En dat laatste is makkelijker gezegd dan gedaan.

Omdat COVID-19 via de lucht wordt overgedragen, is de ziekte uiterst besmettelijk. In korte tijd heeft het virus zich verspreid naar alle werelddelen behalve Antarctica.

En de epidemie is heel moeilijk in te dammen omdat iemand het coronavirus kan doorgeven zonder te weten dat hij of zij ziek is.

Volgens een onderzoek van Johns Hopkins Bloomberg School of Public Health in de VS is de incubatietijd in meer van 97 procent van de gevallen 11,5 dagen.

De incubatietijd is de tijd tussen de besmetting en de eerste symptomen van het virus.

Bovendien blijven de symptomen van COVID-19 in de meeste gevallen beperkt tot hoesten, koorts en vermoeidheid, waardoor de ziekte moeilijk te onderscheiden is van een gewone verkoudheid.

In ernstige gevallen kan de ziekte zich echter ontwikkelen tot een zware longontsteking met orgaanfalen.

Dan moet de patiënt opgenomen worden in het ziekenhuis, want omdat de longontsteking viraal en niet bacterieel is, helpen antibiotica niet.

Nieuw vaccin is actief tegen alle virussen

Een gloednieuwe methode maakt het mogelijk om tegen elk virus in enkele weken een effectief vaccin te ontwikkelen. Traditionele vaccins bestaan uit verzwakte virusdeeltjes, maar het nieuwe vaccin bevat een stukje van de virusgenen. Als dat wordt geïnjecteerd, produceren de cellen wat oppervlakte-eiwitten van het virus, wat de afweer alarmeert.

© mikkel juul jensen/sara hougaard bagge

Genbrokje wordt uit virus geknipt

Onderzoekers nemen een stukje van de virusgenen, die op een RNA-streng zitten (geel), weg. Het brokje is het recept voor een eiwit op het virusoppervlak.

© mikkel juul jensen/sara hougaard bagge

Genen worden in molecuul gezet

De genen worden verpakt in een molecuul (blauw) ter grootte van een gemiddeld virusdeeltje. Dan wordt het molecuul geïnjecteerd.

© mikkel juul jensen/sara hougaard bagge

Lichaam maakt viruseiwit aan

Het molecuul dringt een cel (blauw) binnen, waar de virusgenen het opdragen viruseiwit (rode uitsteeksels bovenaan) te produceren. Het afweersysteem (rode cel) gaat antistoffen (rood verbindingsstukje) aanmaken.

© mikkel juul jensen/sara hougaard bagge

Afweersysteem herkent het virus

Bij een latere besmetting met het echte virus herkennen de antistoffen de eiwitten op het oppervlak en kunnen ze het virus snel bestrijden. Met de RNA-vaccinatie kan er bij een mutatie simpel een nieuw vaccin worden ontwikkeld. Er is alleen maar een genbrokje nodig dat voor het nieuwe eiwit codeert.

De sterfte ligt rond de 3,4 procent. Ter vergelijking: een gewoon griepvirus heeft een sterfte van ongeveer 0,2 procent.

Dat komt overeen met 1000 tot 2000 sterfgevallen per jaar, vooral onder ouderen en mensen met een zwakke gezondheid.

Net als griep is het coronavirus een RNA-virus. RNA staat voor ribonucleïnezuur, het erfelijk materiaal van het virus.

Anders dan virussen die uit een DNA-streng bestaan, kan een RNA-virus als COVID-19 muteren en zich aanpassen om besmettelijker te worden.

Dat komt doordat de buitenkant van het omhulsel dat het erfelijk materiaal omsluit een soort uitsteeksels van eiwitten bevat, die zich aan onze cellen kunnen hechten en zeer flexibel zijn.

De eiwitten op het oppervlak kunnen zich aanpassen wanneer het erfelijk materiaal muteert zonder dat ze hun werking verliezen.

Door de mutaties veranderen de eiwitten zodanig dat het immuunsysteem ze niet meer als dreiging ziet, hoewel het sommige coronatypen mogelijk al kent.

3,4% – van de besmetten zal sterven. Eerst lag de sterfte van het coronavirus met 0,3 tot 1% op hetzelfde niveau als griep, maar in maart 2020 stelde de WHO het cijfer naar boven bij.

Wetenschappers vrezen dat het vermogen van COVID-19 om te muteren het virus nog besmettelijker kan maken.

Tijdens de ebola-epidemie in West-Afrika doken er vele mutaties op, en volgens Britse en Amerikaanse onderzoekers was een van de nieuwe varianten van het ebolavirus, GPA82V, besmettelijker dan zijn voorgangers en verspreidde hij zich twee keer zo snel.

Het nieuwe coronavirus is al gemuteerd toen het van dier op mens oversprong en vervolgens van mens op mens.

De kans is dan ook groot dat het opnieuw zal muteren, wat ook de ontwikkeling van een vaccin kan vertragen.

Bij een mutatie kunnen de eigenschappen van het virus versterkt of juist verzwakt worden, maar vast staat dat een potentieel vaccin er onbruikbaar door kan worden.

3 mogelijke volgende killers

De organisatie CEPI wil nieuwe epidemieën voorkomen door vaccins te ontwikkelen tegen de gevaarlijkste virussen. CEPI richt zich op drie virussen die gemakkelijk kunnen muteren tot nieuwe varianten die besmettelijk én dodelijk zijn.

© Simon Akam/Reuters/Scanpix

1. Lassakoorts: Ratten verspreiden familielid van ebola

Lassakoorts is verwant aan ebola en kan hevige bloedingen veroorzaken. Het virus is in 1969 voor het eerst waargenomen in Lassa, Nigeria.

Besmetting: Ratten zijn dragers en het virus verspreidt zich via uitwerpselen, urine en speeksel van de dieren.

Symptomen: Koorts, buikpijn, overgeven, diarree, keelpijn, hoesten en bloedingen uit de lichaamsopeningen.

Verspreiding: West- en Centraal-Afrika. Elk jaar raken er 100.000-300.000 mensen met de ziekte besmet.

Ernst: 25% ervaart gehoorverlies. Bij 20% valt het virus de organen aan. Elk jaar wordt de ziekte 5000 mensen fataal.

Laatste uitbraak: 28 juni 2017, nigeria

© JUNG YEON-JE/Scanpix

2. Mers: Midden-oosten kampt met luchtwegvirus

MERS staat voor Middle East respiratory syndrome. Het eerste geval van de ziekte werd in 2012 in Saoedi-Arabië geregistreerd.

Besmetting: MERS stamt waarschijnlijk van vleermuizen. De mens is mogelijk via dromedarissen besmet geraakt.

Symptomen: Koorts, hoesten, benauwdheid en diarree. Later kunnen ook orgaanfalen en bloedvergiftiging optreden.

Verspreiding: Inclusief Saoedi-Arabië 27 landen, met 80% van de gevallen in Turkije, Zuid-Korea, Engeland en de VS.

Ernst: De mortaliteit is 35%. Het virus wordt via hoesten en niezen verspreid, maar de besmettelijkheid is laag.

Laatste uitbraak: 26 december 2019, Qatar

© Shutterstock

3. Nipah-virus: Varkens besmetten de boeren

Het zeer besmettelijke nipah-­virus werd voor het eerst in 1998 in Maleisië vastgesteld. Vaak worden varkenshouders door hun dieren besmet.

Besmetting: De primaire gastheer is de vleermuis, die het virus via varkens, paarden en honden overbrengt op de mens.

Symptomen: Koorts, hoofdpijn, duizeligheid en ademhalingsmoeilijkheden. Soms raakt de patiënt in een coma.

Verspreiding: Australië, Bangladesh, Cambodja, China, India, Indonesië, Thailand, Madagaskar.

Ernst: Tot 75% van de getroffenen overlijdt, en overdracht van mens op mens is niet uit te sluiten.

Laatste uitbraak: 7 juli 2018, Kerala, India

De wereld zoekt naarstig naar een medicijn

De ontwikkeling van een vaccin is dan ook een race tegen de klok, want als het virus verandert, moet ook het vaccin aangepast worden.

Gelukkig wordt er met man en macht gewerkt aan een vaccin tegen het nieuwe coronavirus, en veel obstakels zijn al overwonnen.

Vóór er een vaccin kan worden gemaakt, moet het RNA van het virus in kaart worden gebracht. Begin 2020 meldden de Chinese autoriteiten al dat de volledige RNA-sequentie van het coronavirus bekend was.

Op basis van die informatie kon het virus in het laboratorium gekweekt worden, en slechts een paar weken later slaagden onderzoekers van Doherty University in Australië erin om dat voor elkaar te krijgen.

Als volgende stap moet het virus geheel doorgrond worden, waar meerdere instituten over de hele wereld nu mee bezig zijn.

Overal wordt bovendien al bestaande antivirale medicatie getest om uit te vinden of die COVID-19 kan verzachten of zelfs elimineren.

Het coronavirus heeft een vetomhulsel dat bezaaid is met uitsteekseltjes. Die hechten zich vast in de oppervlaktemoleculen van de longcellen.

© NEXU Science Communication, Han Suyuan/China News Service/Getty images

In de VS is het nog niet goedgekeurde geneesmiddel remdesivir aan een coronapatiënt gegeven.

Het is ontwikkeld voor ebola, maar lijkt ook effect te hebben op het coronavirus.

De patiënt was er beter aan toe nadat hij het middel genomen had, en er deden zich geen bijwerkingen voor. Ook een ander medicijn, chloroquine, is veelbelovend.

Chloroquine helpt tegen malaria, maar in het lab stopte het ook de verspreiding van corona.

En Japanse wetenschappers bereiden klinische proeven voor met hiv-medicatie tegen het coronavirus.

Gaat Bill Gates ons redden?

In Europa worden nieuwe medicijnen beoordeeld en goedgekeurd door het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA).

Normaal duurt het 210 dagen voor een medicijn de markt op mag, maar begin februari 2020 stelde het EMA een noodprocedure in werking, waardoor het proces nog maar zo’n 70 dagen in beslag neemt.

Het gaat onder meer sneller doordat vaccinontwikkelaars hun gegevens continu ter beoordeling sturen in plaats van alles in één keer in te dienen, zoals normaal gebeurt.

De noodprocedure is eerder gebruikt voor ebola en H1N1 (varkensgriep).

Tijdens de ebola-epidemie in West-Afrika ontwikkelde een internationaal team onder leiding van de Noorse viroloog John-Arne Røttingen een nieuw ebolavaccin, rVSV-ZEBOV, dat onmiddellijk op duizenden patiënten werd uitgeprobeerd.

© CDC/The economist

De curve moet platter

In maart voert het ene na het andere land in Europa wetten en andere maatregelen in om een explosieve stijging van het aantal besmettingen (rode curve) te voorkomen, omdat de zorg dan overbelast zou raken. De grafiek laat het aantal besmettingen zonder maatregelen (rood) en met maatregelen (oranje) zien. De stippellijn geeft de capaciteit van de ziekenhuizen aan.

rVSV-ZEBOV is een gemanipuleerde versie van een virus van hoefdieren dat niet gevaarlijk is voor de mens.

Enkele genen van het ebolavirus, die coderen voor het karakteristieke oppervlak, worden ingebracht in het onschuldige virus, dat bij iemand wordt ingespoten.

Als het de cellen binnendringt, maakt het lichaam virusdeeltjes aan die op ebola lijken, en zo wordt het immuunstelsel getraind om ook op het echte virus te reageren.

Dit type vaccin wordt RNA-vaccin genoemd, en hopelijk is het ook toepasbaar tegen COVID-19.

Anders dan traditionele vaccins zijn RNA-vaccins in een paar dagen te maken en snel aan te passen aan mutaties.

Een van de frontsoldaten in de strijd tegen COVID-19 is de wereldwijde filantropische organisatie CEPI, die in het leven is geroepen en gefinancierd door Microsoft-oprichter Bill Gates en zijn vrouw Melinda.

In 2018 kwam CEPI met een rapport waarin werd gewaarschuwd voor een wereldwijde epidemie binnen 10 tot 15 jaar.

Een jaar later zei Bill Gates: ‘De wereld moet zich even serieus voorbereiden op een pandemie als op oorlog.’

In het ziekenhuis van Wuhan verloor Li Wenliang op 7 februari 2020 zijn gevecht met COVID-19.

Maar de nagedachtenis van de oogarts die klokkenluider werd leeft voort – als symbool van het belang van openheid en samenwerking tijdens een grootschalige epidemie.

Zoals Li Wenliang het kort voor zijn dood uitdrukte in een interview met de New York Times:

‘Als ambtenaren eerder informatie over de epidemie hadden vrijgegeven, was het denk ik een stuk beter gegaan. Er zou meer openheid en transparantie moeten zijn.’