Volgens eerdere schattingen heeft 2 tot 2,5 procent van de wereldbevolking last van gezichtsblindheid. Maar de resultaten van Harvard duiden erop dat één op de 33, of 3,08 procent van de wereldbevolking, aan de criteria voldoet. En de oorzaken kunnen heel verschillend zijn.
Dit wordt uitgelegd door hoogleraar psychiatrie Joseph Degutis, de hoofdauteur van de studie, die verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift Cortex. Hij maakt onderscheid tussen twee soorten gezichtsblindheid.
Het ene type is te wijten aan letsel van bepaalde hersengebieden en treft slechts 1 op de 30.000 mensen in de VS. Het andere type is een levenslange aandoening die wortelt in de genen of de ontwikkeling. En die komt veel vaker voor, legt de hoogleraar uit.
‘Te strenge criteria’
De bevindingen van de studie zijn gebaseerd op vragenlijsten en tests van 3341 mensen die werden ondervraagd over problemen met het herkennen van gezichten in het dagelijks leven. Ook werden ze getest op hun vermogen om nieuwe gezichten te leren kennen en de gezichten van beroemdheden te herkennen.
Ruim 100 mensen bleken een vorm van gezichtsblindheid te hebben. Een groepje van 31 mensen had last van ernstige gezichtsblindheid en een groep van 72 mensen kampte met een mildere vorm van de aandoening.
De Harvard-onderzoekers vinden daarom dat we gezichtsblindheid moeten zien als een glijdende schaal, waarbij de mate sterk kan variëren, en dat eerdere criteria voor de aandoening te streng waren.
‘De meeste onderzoekers hanteren te strenge diagnostische criteria, en veel mensen met flinke herkenningsproblemen in het dagelijks leven hebben ten onrechte te horen gekregen dat ze geen prosopagnosie hebben,’ zegt professor Joseph Degutis tegen Harvard News.
Hij benadrukt dat erkenning van het probleem fijn kan zijn voor mensen die er last van hebben.
‘Het uitbreiden van de diagnose is belangrijk – als je weet dat je gezichtsblindheid hebt, al is het maar een milde vorm, kan dat je helpen om iets te doen waardoor je er in het dagelijks leven minder negatieve gevolgen van ondervindt, zoals het vertellen aan collega’s of in behandeling gaan,’ legt hij uit.