Handboeien, een zweep en een blinddoek – het klinkt misschien als een seksuele fantasie van een paar zonderlingen. Maar dat is het niet.
Zeker de helft van ons fantaseert over totale overheersing of volledige onderwerping aan onze sekspartner. 30 procent fantaseert zelfs wel eens over verkrachting.
Die fantasieën lijken misschien onnatuurlijk, maar een nieuwe Belgische studie toont aan dat onze seksuele fascinatie voor pijn en vernedering een natuurlijke verklaring heeft. Het onderzoeksteam bestudeerde stellen die aan sadomasochisme deden, en vond een aantal onthullende sporen in hun bloed.
En de Belgische studie is niet de enige met die uitkomst.

Vreemde seksuele fetisjen zijn niet zo ongewoon als veel mensen denken. Volgens een nieuwe Belgische studie is figuur op de foto aantrekkelijk als je bepaalde hormonen in je bloed hebt.
Seks is een heet onderwerp in de wetenschap, en onderzoekers wereldwijd willen weten waarvan onze sappen sneller gaan stromen. In hun speurwerk komen ze uit bij onze verre voorouders en ons DNA, en bij opvallende verschillen tussen mannen en vrouwen – en enkele verrassende overeenkomsten – na miljoenen jaren evolutie.
Wetenschap helpt seksmythen om zeep
Seksuele fantasieën worden geassocieerd met allerlei mythen en stereotypen, vooral als het gaat om het verschil tussen de fantasieën van mannen en vrouwen. De laatste jaren hebben onderzoekers het verschijnsel nader onderzocht, omdat het verschil tussen de seksen kan blootleggen wat erachter zit. Sommige gangbare fantasieën hebben een kern van waarheid, terwijl dat bij andere niet het geval is.
Een van de mythen is dat mannen elke zeven seconden aan seks denken. Dat zou neerkomen op meer dan 8000 seksuele gedachten op een dag. Al in 2011 toonde een Amerikaans onderzoek aan dat dit erg ver van de waarheid staat. De mannen in de studie rapporteerden dat ze gemiddeld 19 keer per dag aan seks dachten.
63 procent van de mannen fantaseert wel eens over gluren naar iemand die zich uitkleedt. Joyal et al., 2015
De mannen in het experiment dachten echter veel vaker aan seks dan de vrouwelijke deelnemers, die er maar tien keer op een dag aan dachten.
Mannen lijken zich bovendien vooral aangetrokken te voelen tot mensen die veel jonger zijn dan zijzelf, en vrouwen over het algemeen tot iemand die ouder is.
In een Canadese studie uit 2015 werden 1516 proefpersonen gevraagd naar hun seksuele fantasieën. Daaruit bleek dat mannelijke deelnemers inderdaad veel vaker over seks met jongere mensen fantaseerden dan vrouwen, maar toch ook veel meer over seks met mensen die veel ouder zijn dan zijzelf.

Mannen en vrouwen fantaseren verschillend
Na miljoenen jaren evolutie hebben mannen en vrouwen verschillende seksuele verlangens. Maar de seksen delen ook enkele fantasieën.
Een derde, nogal hardnekkige mythe is dat de fantasieën van vrouwen intiemer en romantischer zijn dan die van mannen, maar ook dat is niet helemaal waar.
92 procent van de vrouwen in de Canadese enquête waardeerde romantische gevoelens in seksuele relaties, maar dat was voor mannen bijna evenveel: 88 procent.
86 procent van de vrouwen zei bovendien dat sfeer en omgeving belangrijk waren, en ook dat was bijna even hoog voor mannen: 81 procent. En toen de onderzoekers de top tien van fantasieën per geslacht bekeken, bleek meer dan de helft overeen te komen.
De seksen lijken dus meer op elkaar dan sommige mythen doen vermoeden. Maar er zijn ook duidelijke verschillen, waarbij diepe evolutionaire wortels aan het werk zijn.
Evolutie heeft graag groepsseks
De Canadese onderzoekers kwamen tot de slotsom dat mannen veel vaker fantaseren over seks met twee vrouwen dan dat vrouwen fantaseren over seks met twee mannen. Maar liefst 75 procent van de mannen in de studie had fantasieën over seks met meer dan drie vrouwen tegelijk.
Volgens verschillende onderzoekers heeft dat mogelijk te maken met de rol die mannen en vrouwen miljoenen jaren hebben gehad rond de voortplanting. Terwijl vrouwen elk kind in hun lichaam moeten dragen, baren en verzorgen – met groot gevaar voor hun eigen gezondheid – komen mannen weg met een minimale bijdrage.
Het kost mannen weinig moeite om hun genen te delen, en daarom worden ze makkelijker opgewonden, zijn ze minder kritisch in hun keuze van een sekspartner en neigen ze meer naar het idee van veel sekspartners.
Vrouwen betalen een hogere prijs, waardoor de evolutie ze er waarschijnlijk toe gedreven heeft kritischer en gematigder te zijn in hun benadering van seks.
De vergelijking met mannen is echter enigszins misleidend, want hoewel vrouwen over het algemeen minder fantaseren over meerdere sekspartners tegelijk dan mannen, droomt meer dan de helft van de vrouwen in de Canadese studie van seks met twee mannen. En mogelijk heeft dat zelfs een biologische en evolutionaire verklaring.

57 procent van de vrouwen fantaseert over seks met twee mannen, en 28 procent over seks met meer dan drie mannen.
In de dierenwereld zal een vrouwtje tijdens een paarseizoen vaak meerdere mannetjes opzoeken, en de afgelopen decennia hebben wetenschappers ontdekt waarom. Die aanpak verhoogt het aantal jongen niet, maar helpt het vrouwtje wel aan zo goed mogelijke nakomelingen.
Ze selecteert haar partners vooraf op kenmerken zoals uiterlijk, grootte en gedrag, maar in haar lichaam kan ze een even belangrijke selectie maken.
Zaadcellen van verschillende mannetjes zullen in haar lijf concurreren op bijvoorbeeld zwemsnelheid, waardoor het vrouwtje door het meest fertiele mannetje bevrucht wordt. Maar de eicel van het vrouwtje en het chemische milieu kunnen zaadcellen met bepaalde genetische eigenschappen bevoordelen, zodat de eicel bevrucht wordt door het mannetje met de gunstigste genen.
Zweepslagen voor Sinterklaas
Het verlangen naar meerdere sekspartners heeft dus een biologische verklaring. Het is wat moeilijker de logica te zien in fantasieën over ballen in de mond of stroomstoten. Hetzelfde geldt voor fantasieën waarbij geen ander mens betrokken is – zo raken veel mensen opgewonden van latex of andere levenloze voorwerpen.
Zulke fantasieën hebben waarschijnlijk geen directe evolutionaire oorzaak, maar zijn mogelijk het gevolg van de manier waarop onze hersenen werken.
36 procent van de vrouwen fantaseert wel eens over (zweep)slagen tijdens de seks. Joyal et al., 2015
Door bijvoorbeeld simpele associatie kunnen ogenschijnlijk eigenaardige fetisjen ontstaan. In een experiment trokken de onderzoekers een groep mannetjesratten jasjes aan voordat de dieren hun seksuele debuut met een vrouwtje maakten. Een andere groep mannetjes droeg geen jasje.
De onderzoekers trokken de helft van de eerste groep daarna het jasje uit, en trokken het de helft van de andere groep aan. Ten slotte werden alle mannetjes weer aan een vrouwtje gekoppeld.
De meeste paarden zonder problemen, maar niet de mannetjes die hun debuut hadden gemaakt met jasje en nu zonder jasje moesten paren. Ze raakten gewoon niet opgewonden. Het jasje was een fetisj geworden omdat hun hersenen het in verband brachten met hun eerste seksuele ervaring.

Je hersenen zwelgen in seks
Seksuele fantasieën ontstaan in een orgie van hersenactiviteit die een beroep doet op een aantal hersencentra en die geheugen, verbeelding en plezier combineert.
Zogeheten BDSM-fantasieën, waarbij handboeien en zwepen kunnen komen kijken, hebben een andere verklaring. In een Belgische studie uit 2020 verzamelde een onderzoeksteam bloedmonsters van 35 BDSM-stellen voor en na de seks. Daaruit bleek dat de stellen door hun seksuele activiteiten meer hormonen hadden als endocannabinoïden en cortisol – en vooral de onderdanige partners.
Van endocannabinoïden is eerder aangetoond dat ze seksueel genot opwekken, maar cortisol wordt gewoonlijk in verband gebracht met stress. De verhoging van de cortisolspiegel is volgens de studie te wijten aan het pijnlijke aspect van BDSM-seks.
Cortisol is echter niet alleen een stresshormoon. Het beïnvloedt ook de genotscentra van de hersenen en speelt een rol bij verslaving. Dankzij deze stof kunnen kinderen zich voor Sinterklaas ook enorm verheugen op cadeautjes.
Door de combinatie van endocannabinoïden en cortisol ervaren BDSM-beoefenaars een bijna verslavende roes tijdens de daad, aldus de Belgische onderzoekers.
Genen bepalen de rolverdeling
Een raadsel in de wereld van ondeugende gedachten betreft de figuranten in je fantasieën. Wat bepaalt of ze van hetzelfde geslacht zijn als jij, van het andere geslacht, of van beide?
Fantasieën over mensen van hetzelfde geslacht komen – niet verrassend – vooral veel voor bij homoseksuelen. Verschillende studies tonen aan dat genen een belangrijke rol spelen bij homoseksualiteit. Als een lesbische vrouw een eeneiige tweelingzus heeft, is er een kans van 48 procent dat die ook homoseksueel is. Bij een twee-eiige tweeling is dat maar 16 procent, en bij een stiefbroer of -zus 6 procent. Voor mannen gelden soortgelijke cijfers.
De resultaten laten zien hoe belangrijk genen zijn, maar onderzoekers konden tot voor kort moeilijk aangeven welke genen onze seksualiteit bepalen. Nu brengt een nieuwe studie ze dichter bij het antwoord.

21 procent van de mannen in de Canadese studie uit 2015 fantaseerde wel eens over seks met een andere man. Maar slechts 11 procent van hen beschreef zichzelf als homo- of biseksueel.
In 2021 onderzocht een internationaal onderzoeksteam het DNA van circa 800.000 mensen, van wie ongeveer de helft geen seks met hetzelfde geslacht had gehad en de andere helft wel.
Uit de resultaten bleek dat veel mensen uit de tweede helft een bepaald patroon van genetische kenmerken leken te delen dat bij de eerste helft beduidend minder voorkwam. Het betrof onder meer genen die verband houden met reuk en geslachtshormonen. De onderzoekers zagen echter ook dat de genetische trekken slechts een fractie vormen van de factoren die een rol spelen bij seksualiteit.
De meest verrassende bevinding van de studie was echter niet dat bepaalde genen een rol spelen bij homoseksualiteit, maar dat de genetische eigenschappen een belangrijk evolutionair voordeel opleveren.
Antistoffen vormen de hersenen
De genetische eigenschappen die mensen sturen in de richting van homoseksualiteit zijn gedoemd uit de bevolking te verdwijnen als ze geen voordeel opleveren bij overleving of voortplanting, zo blijkt uit de nieuwe studie.
Bij nader onderzoek naar de deelnemers bleek dat dit voordeel wel eens heel groot kan zijn. Mensen die seks hadden gehad met veel partners van het andere geslacht hadden meer van de genoemde eigenschappen dan mensen die maar een paar bedpartners hadden gehad.
De trekken kwamen ook veel voor bij mensen die heel open of fysiek aantrekkelijk waren. Dus de genetische factoren die bijdragen tot homoseksualiteit lijken ook bij te dragen tot gedragingen of lichamelijke eigenschappen die in het algemeen de kans op het doorgeven van iemands genen vergroten.
De studie heeft echter kritiek gekregen. Andere onderzoekers wijzen erop dat mensen die seks hebben gehad met iemand van hetzelfde geslacht niet per se homoseksueel zijn – en dat mensen die nooit homoseksuele seks hebben gehad niet per se heteroseksueel zijn. Het kan dus zijn dat genetische trekken niet zozeer te maken hebben met seksuele voorkeuren, maar wel met de manier waarop mensen hun fantasieën beleven.
Een andere biologische factor kan wel vrij zeker in verband gebracht worden met homoseksualiteit. En die betreft niet de genen. Verschillende studies tonen aan dat het aantal oudere broers een belangrijke rol speelt bij de vraag of een man homoseksueel wordt of niet.
In een analyse vonden onderzoekers dat de kans op homoseksualiteit met wel 33 procent toeneemt voor elke oudere broer die een man heeft.
Grote broers beïnvloeden seksualiteit
Bij een man neemt de kans op homoseksualiteit toe met elke oudere broer die hij heeft. De verklaring is waarschijnlijk te vinden in de wisselwerking tussen mannelijke foetussen en het immuunsysteem van hun moeder.

Eerste zoon lokt antistoffen uit
Jongens hebben het eiwit NLGN4Y (blauw), dat vrouwen niet hebben. Als een vrouw zwanger is van haar eerste zoon, herkent haar immuunsysteem het eiwit niet en begint ze antistoffen (rood) aan te maken die tegen het eiwit gericht zijn.

Antistoffen zoeken hersenen van broertje op
Als de vrouw zwanger wordt van een tweede zoon, maakt haar immuunsysteem snel antistoffen tegen NLGN4Y aan, die dus talrijker zijn dan bij de eerste zwangerschap. De antistoffen hechten zich aan het eiwit in de hersenen van de baby.

Hersenen ontwikkelen zich verschillend
De antistoffen hebben waarschijnlijk invloed op de hersenontwikkeling, al is niet precies bekend hoe. Sommige studies duiden erop dat hetero- en homoseksuele mannen verschillen vertonen in bepaalde hersencentra, waaronder de thalamus.
De invloed van grote broers heeft er vermoedelijk mee te maken dat het immuunsysteem van de moeder bij elke nieuwe zwangerschap van een jongen steeds meer antistoffen tegen hun eiwitten aanmaakt. En de antistoffen beïnvloeden de hersenen van de ongeboren jongens op een nog onbekende manier, waardoor er meer kans is dat ze homo zijn.
Het verschijnsel kan een evolutionair voordeel opleveren waar we nog geen weet van hebben. Maar het kan ook een toevallige bijwerking van ons organisme zijn.
Fantasieën versterken de hersenen
Fantasieën en seksueel gedrag vertonen niet altijd samenhang. In het Canadese onderzoek uit 2015 zei 37 procent van de vrouwen wel eens te fantaseren over seks met een andere vrouw, terwijl slechts 19 procent van hen zich als lesbisch of biseksueel beschouwde. Uit een andere studie bleek dat slechts 8,7 procent van de vrouwen daadwerkelijk seks met een vrouw heeft gehad.
In fantasieën heb je geen andere persoon nodig. Online kunnen mensen bijna elke fantasie uitleven via porno, en volgens een Tsjechisch onderzoek uit 2018 kijkt 72 procent van de jongeren naar porno – onder mannen 96 procent en onder vrouwen 59 procent.
46 procent van de mannen heeft wel eens gefantaseerd over bondage. Joyal et al., 2015
Met porno kunnen mensen verlangens uitleven die misschien extremer zijn dan die ze met een sekspartner ervaren, en daarom kan de ervaring bijna euforisch zijn. Verschillende onderzoeken duiden erop dat porno een soort verslaving in de hersenen kan veroorzaken – en soms het seksleven van mensen kan verstoren.
Wees daarom voorzichtig met porno. Maar seksueel dagdromen lijkt juist goed te zijn voor de hersenen.
In 2006 gaven Amerikaanse onderzoekers hun proefpersonen taken op waar ze creatief voor moesten denken. Vooraf werd sommige deelnemers gevraagd te fantaseren over een geslaagde date die ofwel eenmalig was, ofwel het begin van een langdurige relatie.
De fantaserende deelnemers bleken het beter te doen in de creatieve test. Voor mannen gold dit voor fantasieën over zowel korte als lange relaties, terwijl de creativiteit van vrouwen vooral gestimuleerd werd door fantasieën over vaste relaties. Dus nadenken over romantiek en seks vergroot je vermogen om buiten de kaders te denken.
Een ondeugende fantasie is dus niet verkeerd als je vastloopt met een moeilijke taak op je werk.