Om preciezere gegevens te verkrijgen, werden 133 proefpersonen (75 vrouwen en 58 mannen) uitgerust met een elektronisch instrumentje, een sociometer, dat precies registreerde hoeveel ze praatten.
De onderzoekers gingen vervolgens de spreektijd van de proefpersonen in twee situaties na: studenten in een werkgroep en collega's tijdens de lunchpauze.
In kleine studiegroepen praatten vrouwen over het algemeen meer dan mannen, en hadden ze vaker lange gesprekken met elkaar. De tendens veranderde echter in groepen van meer dan zeven personen, waarbij mannen vaker het woord voerden.
Vrouwen praten het meest in de kantine
Tijdens de lunch was de spreektijd tamelijk gelijk verdeeld over de vrouwelijke en mannelijke collega’s. In grotere groepen praatten vrouwen echter meer dan mannen.
In het algemeen blijkt uit onderzoeken dat er psychologische overlappingen, zijn waardoor geen uitsluitsel te geven valt welk geslacht meer praat.
Zo bepalen sociale status en lichamelijke gezondheid hoe mannen en vrouwen zich opstellen en hoeveel ze praten.