Tot het 20e levensjaar wordt de stofwisseling jaarlijks circa 3 procent langzamer, maar daarna stabiliseert ze, laat het onderzoek zien.
De eerste vier decennia van het volwassen leven, tussen de 20 en de 60 jaar, verandert er weinig aan de stofwisseling. Dat is slecht nieuws voor mensen die tussen hun 30e en 40e de overtollige pondjes moeilijker kwijtraken. Leeftijd is namelijk geen excuus meer, zoals lang wel werd gedacht.
Na je 60e vertraagt de stofwisseling wel, maar slechts met zo’n 0,7 procent per jaar.
Sporten versnelt de stofwisseling niet
De nieuwe studie is een van de grootste en grondigste in haar soort, en hoewel de resultaten verrassend zijn voor experts op dit terrein, lijken ze wel degelijk te kloppen.
De onderzoekers gaven de proefpersonen zogeheten ‘dubbel gelabeld water’, dat bepaalde isotopen van waterstof (2H) en zuurstof (18O) bevat.
De onderzoekers kunnen dan in de urine van de deelnemers zien hoe snel of langzaam het lichaam die isotopen weer kwijtraakt – ofwel hoe snel de stofwisseling werkt.
De resultaten zijn gecorrigeerd voor ziekte, spiermassa en lichamelijke activiteit. En veel sporten lijkt de stofwisseling niet hoger te houden: bij zeer actieve mensen daalde de stofwisseling even sterk als bij de anderen.
Minder hormonen, meer buik
De onderzoekers weten nog niet waarom de stofwisseling op deze manier veroudert.
Eén theorie is dat het komt door een daling van het aantal hormonen, vooral geslachtshormonen, rond je 60e. Tegen die tijd zijn de meeste vrouwen in de overgang geweest, en hoewel mannen niet zo’n drastische verandering ondergaan, daalt het niveau van de geslachtshormonen ook bij hen rond deze leeftijd.
Recent onderzoek toont aan dat hormonen een rol spelen bij de snelheid waarmee cellen werken. De daling van de hormoonspiegel kan dus beïnvloeden hoe snel cellen energie omzetten en hoe snel de stofwisseling werkt.
De onderzoekers wijzen erop dat ook externe omstandigheden een rol kunnen spelen, zoals hoe goed je slaapt, omdat dit van invloed is op de hoeveelheid stresshormonen die het lichaam produceert.
De nieuwe studie kan ons helpen begrijpen hoe – en waarom – het lichaam veroudert, en wat de wetenschap zou kunnen doen om de tand des tijds tegen te gaan.