In de agrarische sector worden jonge mannetje gecastreerd om ze rustiger te maken en de kwaliteit van het vlees te verhogen. De functie van de testikels, die sperma en mannelijk geslachtshormoon produceren, wordt onderbroken.
Een gecastreerde ram kan 60 procent langer leven dan een ongecastreerde. Daarom gingen de onderzoekers schapen nader bekijken.
Ze maakten een epigenetische klok voor schapen, met chemische markers die samen een maatstaf voor veroudering vormen.
De klok werd gekalibreerd door een grote groep schapen van geboorte tot dood te volgen, en de methode bleek zo precies dat de levensduur van een schaap tot op enkele maanden nauwkeurig kon worden voorspeld.
Als volgende stap werden de proefdieren gemeten: een groep gecastreerde lammeren en een groep die de ingreep niet onderging.
Het bleek dat de markers zich bij beide groepen op dezelfde manier ontwikkelden, maar dat de ontwikkeling bij de gecastreerde dieren langzamer ging. De veroudering van de gecastreerde dieren werd geremd, waardoor ze langer leefden.
De verklaring van de biologen is dat het geslachtshormoon de veroudering versnelt, omdat het bij jonge mannetjes een voordeel is om vroeg geslachtsrijp te zijn. Het neveneffect is een korter leven.
Hoewel de proef bij schapen is gedaan, zou het goed kunnen dat dezelfde principes ook gelden bij de mens.