Shutterstock

Onderzoekers: Jouw manier van praten kan depressie onthullen

Als mensen op het randje van een depressie zitten, kan de wetenschap dat met een verrassend simpele techniek blootleggen.

Depressie is een van de meest voorkomende psychische ziekten. Ongeveer 264 miljoen mensen in de wereld hebben last van deze aandoening. Nu blijkt uit een nieuw onderzoek van een team Duitse, Franse en Zwitserse wetenschappers dat op een vrij onverwachte manier kan worden voorspeld of een persoon een depressie aan het ontwikkelen is.

Het onderzoek, dat is uitgevoerd bij een relatief grote groep mannelijke en vrouwelijke proefpersonen in de 20, wijst uit dat met maar liefst 93 procent zekerheid voorspeld kan worden wie rode vlaggen laat zien op het depressiespectrum. Als blijkt dat de methode op de lange termijn ook betrouwbaar is, belooft dat veel goeds voor de mogelijkheden om depressies te herkennen en betere behandelingen te bieden.

Veranderde spraakstroom en toonhoogte

Het enige wat de proefpersonen hoefden te doen, was praten. Daarna konden de wetenschappers op basis van snelheid, toonhoogte, aantal pauzes en intensiteit in de spraakstroom voorspellen wie van de proefpersonen de meeste depressiekenmerken zou vertonen in de daaropvolgende onderzoeken.

De wetenschap weet al langer dat depressieve mensen anders praten.

De spreeksnelheid verandert, en dat geldt ook voor de toonhoogte en de manier waarop mensen zich uitdrukken. Het doel van de nieuwe studie was om te testen of met behulp van een speciale audiotool die variaties opspoort, geanalyseerd kan worden of mensen een depressie aan het ontwikkelen zijn.

Geluidsopnamen vingen verschillen op

Er namen 118 universitaire studenten zonder de klinische diagnose van depressie deel aan het onderzoek. Eerst werd hun mentale vermogen getest, en daarna moesten ze een voorgelegd probleem zo snel mogelijk oplossen. Daarna werden eventuele symptomen van depressie getest. Ten slotte werden er geluidsopnamen gemaakt van de spraak van alle proefpersonen.

Alle deelnemers moesten een minuut lang praten over iets positiefs in hun leven, en daarna een minuut over iets negatiefs. Vervolgens werden de opnamen geanalyseerd aan de hand van speciale akoestische kenmerken, het aantal woorden en de hoeveelheid woorden die de proefpersoon steeds gebruikte voordat deze even stopte met praten.

Belangrijke stap richting betere diagnosticering

De onderzoekers observeerden dat 25 van de proefpersonen zo hoog scoorden dat ze in aanmerking zouden komen voor een klinische-depressiediagnose.

Alle 25 personen gebruikten zowel tijdens hun positieve als tijdens hun negatieve verhalen meer woorden dan de mensen die buiten het depressieve gebied vielen.

Ze vertoonden ook tekenen van veranderingen in spraak, toonhoogte en andere variabelen. Bovendien deden de mensen met de grootste depressieve uitschieters langer over het probleem dat ze voorgelegd kregen dan de mensen zonder depressie.

Hoewel het onderzoeksteam erkent dat er hun studie nog zwakke punten bevat, zien ze het als een belangrijke stap naar een betere en eerdere opsporing van depressiesymptomen. Tegelijkertijd wijzen ze erop dat hun bevinding overeenkomt met bestaand onderzoek, waaruit blijkt dat fluctuaties in spraakpatronen effectief gebruikt kunnen worden om depressies op te sporen.