Shutterstock

Onderzoekers: Jouw ervaringen kunnen de genen van je kind beïnvloeden

Een Amerikaans onderzoek wijst erop dat jouw ervaringen de genen en het risico op psychische aandoeningen van je kind kunnen veranderen.

Je zou denken dat een kind de ene helft van de genen aan vader te danken heeft, en de andere helft aan moeder.

Amerikaans onderzoek van Tufts University suggereert echter dat de genen op een andere manier worden samengesteld, namelijk dat de levenservaringen van de vader worden ingeprent in het sperma, en zo in de epigenetica van het kind terechtkomen.

Volgens de onderzoekers is er sterk bewijs dat zowel positieve als negatieve ervaringen het sperma en daarmee de epigenetica van het kind veranderen.

Epigenetica zijn erfelijke veranderingen in onze cellen.

Epigenen regelen hoe onze genen tot uitdrukking komen – de onderliggende mechanismen die de activiteit van genen regelen.

Epigenetische mechanismen worden beïnvloed door factoren als leeftijd, stress, voeding, vervuiling en medicijnen.

Ervaringen van de vader veranderen de zaadcellen

In het onderzoek werd een aantal mannetjesmuizen blootgesteld aan sociale stress.

Het bleek dat het niveau van microRNA-moleculen in de zaadcellen van de muizen door die stress veranderde.

De onderzoekers ontdekten in het sperma van de gestreste muizen en de foetussen die daaruit voortkwamen
veel minder van twee specifieke microRNA-moleculen dan bij niet-gestreste muizen.

Zodra het sperma een eicel had bevrucht, zagen de onderzoekers dat deze microRNA-moleculen de genexpressie in het embryo beïnvloedden.

De vrouwelijke nakomelingen van de gestreste muizen vertoonden angstiger gedrag dan normaal. De mannelijke nakomelingen deden dat niet, maar hadden wel dezelfde veranderingen in hun sperma.

De onderzoekers hebben ook een pilotstudie bij mensen uitgevoerd.

Ze ontdekten dat mannen met negatieve jeugdervaringen – zoals fysiek of emotioneel misbruik en verwaarlozing – ook veranderde niveaus van microRNA-moleculen in hun sperma hadden.

‘We zagen vergelijkbare veranderingen in het sperma van mensen en muizen. Dat was een opmerkelijk resultaat,’ zegt Larry Feig, hoogleraar moleculaire, chemische en ontwikkelingsbiologie aan Tufts University School of Medicine en hoofdauteur van de studie.

Op basis van de spermaresultaten gaan hoogleraar Feig en zijn collega’s onderzoeken of ook uit speeksel kan worden afgeleid hoe de ervaringen van mannen en vrouwen de genetische expressie van kinderen beïnvloeden.

Als dat zo is, zou een eenvoudige speekseltest op basis van de microRNA-niveaus kunnen uitwijzen of iemand risico loopt op psychische aandoeningen door stressvolle ervaringen van de ouders.

‘Als bepaalde microRNA-veranderingen de volgende generatie vatbaar maken voor psychiatrische stoornissen, dan kun je deze veranderingen misschien terugdraaien door middel van therapie, meditatie of antidepressiva voordat mensen kinderen krijgen,’ zegt Feig over het belang van het onderzoek.

'Het is veel eenvoudiger om epigenetica te veranderen dan genetica, omdat epigenetische regulatie van genen, ook van de genen die de microRNA-niveaus in het sperma regelen, reageert op de omgeving,’ zegt hij.