Gegevens van 12.000 stellen
Een groep Duitse wetenschappers wilde dat uitzoeken, en daartoe analyseerden ze de tevredenheid over de relatie van meer dan 12.000 Duitsers en hun partner. Ze verdeelden de deelnemers in twee groepen, eentje met stellen waarvan een partner was vreemdgegaan en een controlegroep waarbij dat niet het geval was.
In het ‘ontrouwteam’ werden de deelnemers verdeeld in ‘daders’ en ‘slachtoffers.’ De controlegroep bestond uit deelnemers die een vaste relatie hadden en geen ontrouw hadden meegemaakt. De onderzoekers analyseerden vervolgens details over ontrouw, levenstevredenheid, relatiebetrokkenheid en welzijn van het individu en de stellen.
Problemen begonnen vóór het vreemdgaan
Over het algemeen zagen ze een geleidelijke verslechtering van de relaties, die al ruim voor het vreemdgaan begon. Deze langzame teruggang trad zowel op bij degenen die uiteindelijk vreemdgingen als bij de partner die het slachtoffer daarvan was.
Na het vreemdgaan ervoeren degenen die hun partner hadden bedrogen een afnemend gevoel van eigenwaarde, minder tevredenheid over de relatie en het seksleven, en meer ruzies. Deze veranderingen traden echter niet in dezelfde mate op bij degenen die het slachtoffer waren geweest van de ontrouw.
Mannen zijn het ergst
Terwijl de benadeelde partner een lager zelfbeeld had en meer conflicten in de relatie ervoer dan voordat de ontrouw plaatsvond, hadden ze geen veranderingen waargenomen op andere gebieden die met hun welzijn te maken hadden.
De onderzoekers ontdekten ook dat mannen meer geneigd waren tot vreemdgaan dan vrouwen. En deelnemers die hun relatie verbraken na het vreemdgaan maar geen nieuwe partner vonden, waren minder tevreden met hun leven. Dit was niet het geval bij personen die daarna wel een nieuwe partner vonden of bij mensen die ervoor kozen om bij hun partner te blijven ondanks het vreemdgaan.