Vikinggemeenschappen waren kosmopolitisch
De onderzoekers uit Zweden en IJsland vergeleken het genetisch materiaal van bijna 300 mensen die in de afgelopen 2000 jaar in Scandinavië begraven zijn. Het DNA werd vervolgens vergeleken met de genen van 16.000 levende Scandinaviërs en meer dan 9000 mensen met roots buiten Europa.
Een van de ontdekkingen was dat Scandinavië in de Vikingtijd genetisch veel diverser was dan zowel daarvoor als daarna, met genen van de Britse Eilanden, maar ook uit het oostelijke Oostzeegebied en Zuid-Europa.
Mysterieuze verdwijning
Dat de Vikingen DNA uitwisselden met andere volkeren is geen grote verrassing, want de periode van circa 750 tot 1055 werd gekenmerkt door zeereizen en handel.
Maar een opzienbarende ontdekking was dat het vooral vrouwen waren die vanuit streken in het oosten naar Scandinavië trokken, en dat hun genen na de Vikingtijd snel uit het Scandinavische DNA verdwenen, terwijl de invloeden uit het westen nu nog steeds in de genen van de Scandinaviërs te traceren zijn.
Dit brengt de onderzoekers tot de conclusie dat de Vikingen vaker kinderen kregen en gezinnen stichtten met immigranten uit het westen – de Britse Eilanden – dan met nieuwkomers uit het oosten.
Onderzoeker: ‘Bijzondere groepen’
Waarom dit zo is, weten we niet. Dat zegt Anders Götherström, hoogleraar evolutionaire genetica aan de universiteit van Stockholm en een van de onderzoekers achter de studie. Maar hij heeft er wel ideeën over.
‘Een interpretatie zou kunnen zijn dat de migranten uit het oosten behoorden tot groepen die niet van plan waren kinderen te krijgen of lang te blijven, bijvoorbeeld handelaren of hun vrouwen. Het konden ook groepen zijn die geen kinderen móchten krijgen, zoals monniken of andere christenen die aan een vorm van celibaat onderworpen waren of tot slaaf gemaakt waren.