Het is heel normaal dat kinderen wakker schrikken uit een nare droom en om hun vader en moeder roepen, die vervolgens op de rand van het bed komt zitten tot het kind weer in slaap is gevallen.
Maar wat we nog niet wisten, is dat veelvuldige nachtmerries in de kindertijd kunnen duiden op een mogelijk ernstige problematiek.
Verhoogde kans op parkinson
Laten we op voorhand zeggen dat er geen reden is voor paniek, ook al spreken de cijfers duidelijke taal. Maar het lijkt erop dat hoe vaker kinderen een nachtmerrie hebben, hoe groter de kans dat ze na hun 50e levensjaar een cognitieve stoornis of de ziekte van Parkinson ontwikkelen.
Vooral voor parkinson zijn de cijfers alarmerend. Kinderen met veelvuldige nachtmerries hebben 76 procent meer kans op een cognitieve stoornis dan kinderen die nooit nachtmerries hebben, en maar liefst 640 procent meer kans op parkinson.
Een duidelijk patroon
Het onderzoek is gebaseerd op data uit een groot register, de (1958 British Birth Cohort Study,) van alle kinderen uit Engeland, Schotland en Wales die zijn geboren in de week van 3 tot 9 maart 1958. Toen de kinderen tussen de 7 en 11 jaar waren, vulden de moeders vragenlijsten in over nachtmerries die hun kind in de drie maanden daarvoor had gehad.
Meer dan 50 jaar later heeft de Britse arts en onderzoeker Abidemi Otaiku 6991 van deze kinderen ingedeeld in drie categorieën op basis van het aantal nachtmerries dat ze hadden: nooit, soms of vaak. Met behulp van statistische software vond hij een duidelijk patroon.
Verhoogde kans op parkinson
Het verband was behoorlijk duidelijk. Hoe vaker de kinderen geplaagd werden door nare dromen, hoe groter de kans dat ze later een cognitieve stoornis of de ziekte van Parkinson zouden ontwikkelen.
‘Deze resultaten duiden op de intrigerende mogelijkheid dat het terugdringen van nachtmerries in de kindertijd een vroege mogelijkheid biedt om beide aandoeningen op latere leeftijd te voorkomen,’ schrijft Abidemi Otaiku in een artikel.
Geen reden tot zorg
Om de waarnemingen in perspectief te zetten: van de bijna 7000 kinderen in het onderzoek hadden slechts zo’n 268 kinderen (minder dan 4 procent) volgens hun moeder vaak last van nachtmerries. En slechts 17 van hen ontwikkelden rond hun 50e levensjaar een cognitieve stoornis.
Het lijkt er dus op dat het grootste deel van de mensen die als kind veel last hadden van nachtmerries, geen vroegtijdige dementie of parkinson ontwikkelt. Er is dus geen reden tot grote zorg.
Gestuurd door gen
Interessant genoeg is het geen toeval als je vaak enge dromen hebt, aldus Otaiku. Zo wordt onder andere het gen PTPRJ (Protein Tyrosine Phosphatase Receptor Type J) in verband gebracht met een verhoogde kans op terugkerende nachtmerries.
Ditzelfde gen wordt in verband gebracht met een verhoogde kans op de ziekte van Alzheimer op latere leeftijd. Het is dus niet ondenkbaar dat aan nachtmerries en neurologische aandoeningen hetzelfde gen ten grondslag ligt.