Shutterstock

Moeder van drie topmanagers: Zo worden je kinderen succesvol

De moeder van drie topmanagers heeft een boek geschreven over haar opvoedingsmethoden. Haar focus ligt niet op geld of succes, ze wil dat kinderen het beste uit zichzelf halen. Lees hier haar eenvoudige tips.

Het verlangen naar perfectie, het streven naar steeds hogere cijfers, en de constante onzekerheid van kinderen of ze dingen wel goed genoeg doen, dat is de oorzaak van veel problemen.

Dat vindt Esther Wojcicki, een Amerikaanse lerares die in 2019 het boek How to Raise Successful People (Het geheim van succesvol opvoeden) uitgaf.

Zelf is Esther moeder van drie volwassen dochters, die stuk voor stuk succesvol zijn en een goed betaalde functie hebben. Maar daar gaat het boek niet over. Het boek gaat over de manier waarop ze haar drie dochters heeft opgevoed – een manier waar we, zeker in deze tijd, eens goed naar moeten kijken. Het meest opvallende is dat haar methode, als we het zo kunnen noemen, gebaseerd is op zoiets eenvoudigs als ‘gewoon gezond verstand’.

Kinderen moeten fouten accepteren

In haar boek benadrukt Esther Wojcicki drie basiselementen, waar ze tijdens de opvoeding van haar dochters extra veel tijd en aandacht aan heeft besteed. Ten eerste heeft ze hen geleerd dat het oké is om fouten te maken. Een fout is niet hetzelfde als een mislukking, onderstreept ze. Daarnaast heeft ze hen geleerd om alles wat ze doen vol enthousiasme en met 100% inzet te doen. En ten slotte heeft ze hun meegegeven dat ze moeten bijdragen aan en meehelpen in het gezin.

Het is heel belangrijk om fouten te accepteren. Veel ‘curlingouders’ van nu doen precies het tegenovergestelde en geven hun kinderen het idee dat fouten slecht en negatief zijn. Maar omdat mensen leren van de fouten die ze maken, heeft het geen zin dat ouders proberen hun kinderen te beschermen tegen het gevoel van falen.

Laat ze doen wat ze leuk vinden

Wat betreft het enthousiasme: Esther Wojcicki heeft haar dochters altijd hun eigen dromen laten volgen, iets wat veel ouders bewust of onbewust niet doen.

In haar boek schrijft ze bijvoorbeeld dat een van haar dochters talent voor muziek had, maar liever wilde leren schaatsen – en dat mocht ze. Ze heeft hen alle drie gestimuleerd om te doen wat ze leuk vonden, en dat is waarschijnlijk de reden dat ze in totaal verschillende beroepen terecht zijn gekomen.

De ene is topmanager bij YouTube, de andere professor in San Francisco en de derde is CEO van een Amerikaans bedrijf dat genetische tests uitvoert.

Poets obstakels niet weg

Om gelukkig te zijn, heb je natuurlijk geen topfunctie nodig, maar het is wel belangrijk dat ouders hun kinderen een goede en stimulerende opvoeding geven, waarin ze zichzelf en hun talenten kunnen ontwikkelen. En om dat te kunnen doen, is het essentieel dat kinderen successen, naar ook tegenslagen ervaren.

Het beste voor je kind willen, betekent dus niet dat je alle obstakels maar weg moet poetsen. Integendeel. Het beste is dat kinderen er zelf tegenaan lopen en leren hoe ze ermee om moeten gaan. Zelfvertrouwen is hier heel belangrijk, en dat is een kwaliteit die ouders bij hun kinderen kunnen stimuleren.

Laat ze al vroeg kennismaken met het leven

‘Geef ze niet het idee dat alles gevaarlijk is. Leer ze om de straat over te steken, een budget te maken en laat ze soms alleen naar de winkel gaan,’ schrijft Esther Wojcicki in haar boek. Haar dochters mochten al op drie- of vierjarige leeftijd alleen naar de supermarkt, maar ze benadrukt dat ze hen nooit in gevaar heeft gebracht. Aan de andere kant heeft ze hen ook nooit beschermd tegen het leven of tegen de risico’s die daar nu eenmaal bij horen.
Hoe meer dingen ze zelf mogen uitproberen, hoe meer ze zullen vertrouwen op zichzelf en op hun kwaliteiten. En zo leren ze uiteindelijk ook om bewust risico’s te nemen.

Babytaal helpt je kind niet

Wat volgens haar ook belangrijk is, benadrukt ze, is de manier waarop ouders met hun kinderen communiceren. Zo heeft zij bijvoorbeeld nooit simpelere taal of gemakkelijkere woorden gebruikt. Ook heeft ze nooit een hoog piepstemmetje gebruikt, wat veel ouders wel doen als ze met en tegen hun kinderen praten. In plaats daarvan heeft ze er bewust voor gekozen om haar kinderen aan te spreken alsof het volwassenen waren.

Dochters nooit gepusht

Voor Esther Wojcicki betekent het opvoeden van dochters in feite niets anders dan dat je hen op weg helpt en de beste omstandigheden creëert voor hun ontwikkeling. Ze heeft nooit ambities gehad over wat haar dochters wel of niet moesten gaan doen. Toch vroegen andere ouders haar regelmatig wat het geheim achter het succes van haar drie dochters was. En dus besloot ze een boek te schrijven, zodat anderen van haar ervaringen kunnen leren.

Er zou een Nobelprijs voor opvoeden moeten zijn

Esther Wojcicki werkt met een methode die ze TRICK noemt. Dat staat voor ‘trust, respect, independance, collaboration and kindness’ (vertrouwen, respect, zelfstandigheid, samenwerking en vriendelijkheid). Dit zijn allemaal kernwaarden die ervoor zorgen dat mensen later harmonieus en gelukkig zijn.

‘Er bestaat geen Nobelprijs voor opvoeding of onderwijs, maar dat zou wel moeten. Dit zijn absoluut de twee belangrijkste onderdelen van onze maatschappij. De manier waarop wij onze kinderen opvoeden en opleiden, bepaalt niet alleen wat voor mensen ze worden, maar ook wat voor samenleving wij creëren,’ zegt Esther Wojcicki.

Niemand is perfect

Haar boek en opvoedingsmethoden zijn vooral interessant omdat uit onderzoek blijkt dat mensen in Nederland steeds meer respect voor gezag willen, en duidelijkere kaders voor de opvoeding van hun kinderen. Misschien wijst dit erop dat de huidige cultuur van perfectie toch niet zo perfect is, en dat ze zo ver is doorgeslagen dat we nu de prijs betalen in de vorm van verwende, egoïstische kinderen en jongeren. Het is zelfs behoorlijk destructief als ouders met de beste bedoelingen hun kinderen pushen om de beste te zijn, en hen beschermen tegen ervaringen in het leven die belangrijk zijn voor hun ontwikkeling, zelfinzicht en bescheidenheid.

Niet bang zijn om te vallen

Het idee om kinderen te beschermen tegen dingen in het leven die hen zouden kunnen kwetsen of beschadigen, is een grote fout. Dat beweert de Deense psycholoog en schrijver John Halse, die jarenlang ervaring heeft met kinder- en gezinspsychologie en sociale psychologie, en vaak deelneemt aan het publieke debat over dit onderwerp. Hij is het in grote lijnen eens met Esther Wojcicki.

‘Dingen waarvan ouders denken dat ze gevaarlijk zijn voor het kind, zijn vaak goed voor hun ontwikkeling. Als een kind zelf zijn grenzen niet mag opzoeken door bijvoorbeeld in een boom te klimmen, leert het ook nooit dat je eruit kunt vallen en je kunt bezeren. Ze moeten zelf dingen uitproberen en ontdekken hoe en wanneer het mis kan gaan,’ vindt John Halse.

Een natuurlijke relatie met tegenslag

Hij is het ook met Esther Wojcicki eens dat kinderen niet beschermd hoeven te worden tegen dingen die onprettig of zelfs pijnlijk zijn – fysiek of mentaal.

‘Als kinderen niet leren om met tegenslagen om te gaan, bouwen ze er geen natuurlijke relatie mee op. Het leven doet soms pijn. Bijvoorbeeld omdat we vallen en ons stoten, maar ook door liefdesverdriet enzovoort. Door je kinderen in de watten te leggen en te beschermen tegen deze ervaringen, bewijs je ze een slechte dienst,’ zegt John Halse. Hij benadrukt dat dit belangrijk is om weerbare kinderen te krijgen die het leven aankunnen – of ze nu een topfunctie ambiëren of niet.