Sproeten zijn bruine vlekjes die ontstaan door het donkere pigment melanine, dat in de pigmentcellen van de huid wordt gevormd.
Je krijgt sproeten als de huid wordt blootgesteld aan ultraviolet licht. Gewone sproeten verdwijnen daarom vaak (deels) in de winter, om in de zomer terug te keren.
De vlekjes komen vooral voor in het gezicht, omdat dit vrijwel altijd ontbloot is, maar in principe kun je ze overal krijgen.
Niemand wordt geboren met sproeten, meestal ontstaan ze vanaf twee à drie jaar. Behalve de hoeveelheid zonlicht spelen ook de genen een rol bij het al dan niet krijgen van sproeten.
Bij mensen met een lichte huid, rood haar en blauwe ogen komen sproeten het vaakst voor.
In 2001 herleidden Nederlandse onderzoekers rood haar en sproeten tot hetzelfde gen, MC1R.
Sommige sproeten verdwijnen niet
Gewone sproeten komen vooral tijdens de jeugd veel voor en nemen met de jaren af of verdwijnen zelfs geheel.
Er is echter ook een type sproeten dat niet verdwijnt: levervlekken.
Deze vlekken kunnen groter en donkerder zijn dan gewone sproeten. En hoewel ze op zich ongevaarlijk zijn, geven ze aan dat de huid gedurende het leven veel zon heeft gehad. Let daarom goed op tekenen van huidkanker.
