Per jaar sterven er meer dan 8 miljoen mensen door roken, en bij zo’n 90 procent van alle gevallen van longkanker is roken de oorzaak. Onderzoekers schatten dat rokers 15 tot 30 procent meer kans hebben op longkanker dan niet-rokers.
De kankerverwekkende stoffen beschadigen de longcellen en veroorzaken mutaties in het DNA. Uit genetisch onderzoek blijkt dat de longcellen van rokers die een pakje per dag verslinden in een jaar maar liefst 150 nieuwe mutaties krijgen.
Door die mutaties kan ongewoon gedrag in de longcellen en ongecontroleerde celdeling plaatsvinden, waardoor er kanker kan ontstaan. Het aantal mutaties in de longcellen hangt nauw samen met hoeveel iemand rookt. Daarom stijgt de kans op longkanker naarmate er meer gerookt wordt.
Kettingrokers kunnen DNA-schade beter repareren
Maar volgens een nieuwe studie stijgt het aantal nieuwe mutaties bij volhardende rokers die langer dan 23 jaar een pakje per dag roken niet meer. En dat kan verklaren waarom sommige kettingrokers een leven lang roken zonder longkanker te krijgen.
De longcellen lijken zich aan te passen aan de constant aanwezige tabaksrook door DNA-beschadigingen beter te repareren en de mutaties weer te verwijderen.
De onderzoekers willen nu kijken waarom bij sommige mensen het DNA hersteld kan worden, maar bij andere niet, want dan kan wellicht vroegtijdig worden vastgesteld hoe groot iemands kans op het ontwikkelen van longkanker is.