Voor school wacht een vader in de auto. Tijdens de rit naar huis vraagt hij hoe de dag van zijn zoon was en na het avondeten helpt hij hem met zijn huiswerk. In het weekend voetballen ze en gaan ze naar de bioscoop.
De vader is betrokken bij de opvoeding van zijn zoon en geeft hem alle mogelijke steun en zorg. Uiteraard heeft dit invloed op de zoon, die opgroeit met zijn vader als voorbeeld. Maar dat is nog niet alles. Het gedrag van deze betrokken vader heeft ook invloed op de hormonen van de zoon.
Nieuw onderzoek toont aan dat een betrokken en zorgzame vader die zelf een laag testosteronniveau heeft, ook de hormoonproductie bij zijn zoon reduceert. Dit effect is blijvend, en zo heeft de vader ook invloed op het gedrag dat de zoon later in zijn leven zal vertonen.
Dit werd ontdekt in een unieke studie van onderzoekers van University of Notre Dame in de VS.
‘De rol van de vader kan generaties lang een blijvend effect hebben, ook in puur biologische zin.’ Lee Gettler, professor, University of Notre Dame, VS
Bijna 1000 mannen namen deel aan dit onderzoek, waarbij ze de eerste 30 jaar van hun leven werden gevolgd. Vanaf hun eerste levensjaar werd hun testosteronniveau gemeten en het gedrag van hun vader genoteerd. Het verband was verrassend, zelfs voor de onderzoekers.
‘Ons onderzoek laat zien hoe vroege levenservaringen de productie van dit belangrijke hormoon kunnen beïnvloeden. Voor mij tonen de resultaten aan dat de rol van de vader generaties lang een blijvend effect kan hebben, ook in puur biologische zin,’ vertelt hoofdonderzoeker professor Lee Gettler.
De moderne mannenrol, waarbij de vader een actievere rol speelt in het leven van zijn kinderen, is dus een blijvertje.
Hormoon werkt door het hele lichaam
Het geslachtshormoon testosteron is betrokken bij de ontwikkeling van de fysieke kenmerken die mannen van vrouwen onderscheiden. Beide genders produceren het, maar bij mannen gebeurt dat op veel grotere schaal dan bij vrouwen en daarom wordt testosteron het mannelijke geslachtshormoon genoemd.
Bij de foetus is het hormoon verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de penis en testikels en tijdens het leven draagt het bij aan de opbouw van botten en spiermassa en de productie van bloed- en zaadcellen.

Testosteron werkt in de hersenen en het lichaam. Het hormoon is cruciaal voor de productie van zaad- en bloedcellen bij mannen en de groei van spieren, botten en lichaamshaar.
Het hormoon speelt ook een grote rol bij het gedrag van mannen. Een hoog testosteronniveau maakt mannen meer belust op seks, extravert en dominant, wat biologisch gezien een goed uitgangspunt is voor het vinden van een partner.
Maar dit gedrag is niet geschikt om voor het nageslacht te zorgen. Bij de meeste zoogdieren brengen de vrouwtjes dus de kleintjes groot.
Slechts bij 5 procent van de soorten – waaronder de mens – is de vader betrokken bij de opvoeding. Om dit mogelijk te maken, moet de testosteronproductie naar beneden.
Kinderen remmen testosteron
De ontdekking van het verband tussen het gedrag van de vader en de hormoonproductie van de zoon, is het nieuwste in een reeks onderzoeksresultaten die de afgelopen decennia hebben blootgelegd hoe het testosteronniveau meebeweegt met de levenssituatie van mannen.
Uit diverse metingen blijkt dat het leven als vader het startschot vormt voor een dalende testosteronproductie. En ander onderzoek heeft aangetoond dat vaders met een lager testosteronniveau zorgzamer zijn voor hun kinderen dan vaders met hogere niveaus.

Als mannen kinderen krijgen, daalt hun testosteronniveau. Dat maakt ze minder extravert en zorgzamer.
Het testosteronniveau begint al te dalen voordat mannen kinderen krijgen. Uit onderzoek blijkt dat mannen met een vaste relatie lagere niveaus hebben dan vrijgezellen.
Onderzoekers hebben lang getwijfeld of dit komt doordat mannen met minder testosteron sneller geneigd zijn om te trouwen of dat trouwen de testosteronproductie vermindert. Maar in 2017 vond een onderzoeksteam van de universiteit van Kopenhagen het antwoord.
Tijdens een periode van tien jaar volgden de onderzoekers de testosteronwaarden bij 1113 mannen in de leeftijd van 30-60 jaar. Hieruit bleek dat mannen die aan het begin van het onderzoek vrijgezel waren maar gedurende die periode trouwden, de grootste daling in hun testosteronniveau hadden.
De monsters die aan het begin van het onderzoek werden genomen, konden niet gebruikt worden om te voorspellen wie er zouden trouwen. Op basis hiervan concludeerden de onderzoekers dat de partnerschapsstatus het testosteronniveau van mannen beïnvloedt – en niet andersom.
Hormonen schommelen hele leven
Het testosteronniveau van mannen verandert en is afhankelijk van hun levenssituatie. In sommige periodes moeten ze extravert zijn om een partner te vinden, in andere periodes draait het om zorgzaam zijn en het vermijden van conflicten.

1. Vrijgezellenleven drijft testosteron op
Het lichaam van de vrijgezelle man bruist van het testosteron. Hij is extraverter, dominanter en heeft meer zin in seks. Dit vergroot zijn kans op een partner met wie hij nakomelingen kan krijgen.

2. Huwelijk en gezinsleven verlagen niveau
Zodra de man een vaste partner vindt en kinderen krijgt, daalt zijn testosteronniveau. Hierdoor is hij klaar voor het leven als familieman die voor zijn kroost zorgt en conflicten met zijn partner vermijdt.

3. Scheiding schroeft het niveau weer op
Het stichten van een gezin is geen definitief afscheid van hoge testosteronniveaus. Uit onderzoek blijkt dat zodra een man gescheiden en dus weer vrijgezel is, zijn lichaam de productie weer opschroeft.
De testosteronproductie van mannen voegt zich naar hun sociale rol dankzij zogeheten epigenetische factoren die de activiteit van de genen kunnen blokkeren.
Omgeving reguleert onze genen
Bepaalde moleculen, methylgroepen, hechten zich aan het DNA van de genen, zodat hun ingebouwde functie – zoals van testosteron – niet af te lezen valt.
Het gen is dan uitgeschakeld, maar niet voor altijd. De methylgroep kan het DNA ook weer loslaten, waardoor het gen opnieuw actief wordt. Zo kunnen externe omstandigheden de functie van onze genen reguleren, zonder dat de genen zelf veranderen.

De activiteit van onze genen kan tijdens ons leven veranderen omdat methylgroepen (wit) zich vastzetten op het DNA. De functie van het gen wordt geblokkeerd, zonder blijvende genetische mutatie.
De testosteronproductie van de vader kan dus beïnvloed worden door externe leefomstandigheden, en vermoedelijk zorgen epigenetische factoren er ook voor dat zijn gedrag invloed heeft op het hormoonniveau van zijn zoon.
Het 30 jaar lange onderzoek toont aan dat de invloed het grootst is als de zoon een tiener is.
Vanaf dat moment beantwoordden de jongens ook zelf vragen over hun vader – of hij aanwezig en zorgzaam was of afwezig en onverschillig. Toen de jongens klein waren, werden de vragen beantwoord door de moeder.
De opvallendste ontdekking van het onderzoek was dat de tienerjongens die waren opgegroeid met een betrokken vader, later in hun leven een lager testosteronniveau hadden, ook als ze zelf vader werden. Dus vooral in de tienerjaren laat het gedrag van de vader blijvende sporen na.

In het nieuwe onderzoek was vaderlijke zorg breed gedefinieerd – het kon onder meer helpen met huiswerk zijn. Essentieel was dat de vader betrokken en aanwezig was.
In hun tienerjaren, als jongens in de puberteit komen, schieten hun hormoonniveaus omhoog. De testosteronproductie komt tot stand door een interactie tussen de hersenen en testikels, genaamd de HPG-as.
Tot de as behoren de hersenklieren hypothalamus en hypofyse, die bepaalde cellen in de testikels inseinen dat ze het hormoon moeten produceren. De productie wordt stilgelegd als weer andere cellen in de testikels een reactie terugsturen naar de hypofyse.
De balans in deze communicatie is bepalend voor de hoogte van het testosteronniveau van jongens.




Hersenen en testikels sturen hormoon
De testosteronproductie van mannen wordt gereguleerd door de HPG-as, waarbij de hersenen en testikels betrokken zijn. De as wordt gefinetuned in de tienerjaren, wat vermoedelijk beïnvloed wordt door het gedrag van de vader.
1. Hersencentra geven opdrachten aan testikels
De testosteronproductie begint in de hypothalamus, die het hormoon GnRH produceert. Dit stimuleert de hypofyse om het hormoon LH aan te maken dat naar de testikels wordt gestuurd.
2. Testikels zetten productie in gang
LH fungeert als het bestelformulier dat de Leydigcellen in de testikels testosteron laat produceren. Het hormoon komt terecht in het bloed, waarvandaan het hersen- en lichaamscellen beïnvloedt.
3. Cellen schakelen hormoonfabriek uit
In de testikels bevinden zich ook Sertolicellen, die het hormoon inhibine produceren. Door dit hormoon stopt de hypofyse met de afscheiding van LH. Zonder LH stokt de testosteronproductie.
Uit de resultaten van het nieuwe onderzoek blijkt dat de HPG-as een gevoelige ontwikkeling doormaakt in de tienertijd, waarbij sociale invloed van de vader blijvend effect kan hebben.
Dit wordt ondersteund door eerdere ontdekkingen, waaruit blijkt dat leefomstandigheden en jeugdervaringen de activiteit van de HPG-as bij volwassenen mede bepalen.
Hoe dat precies gebeurt, weten de onderzoekers nog niet. Maar epigenetische factoren, die door het gedrag van de vader gevormd worden in de tienerjaren en die de hormoonproductie van de klieren blijven reguleren, spelen hierbij een belangrijke rol.
Sociale erfenis wordt biologie
Het lijkt alsof epigenetische regulatie van de HPG-as verantwoordelijk is voor de invloed van vaders op de testosteronniveaus van hun zonen, maar de onderzoekers kunnen niet uitsluiten dat algemene erfelijkheid ook een rol speelt.
De productie van testosteron is deels genetisch bepaald. Als een vader genen heeft die hem een hoog testosteronniveau geven – waardoor hij minder betrokken zal zijn – kan hij die genen doorgeven aan zijn zoon, die dan ook meer testosteron zal produceren.
Maar dat effect is volgens de onderzoekers te klein om de resultaten te verklaren.
Of het nu aan erfelijkheid of de omgeving in de tienertijd ligt, uit de nieuwe resultaten blijkt dat zorgzame vaders met zonen die in fysiologisch opzicht op hen lijken het grootste effect hebben op de testosteronniveaus van mannen.
De moderne vaderrol, die voortkomt uit de maatschappelijke ontwikkelingen van de laatste 50 jaar, verovert dan ook een plekje in onze biologie.